16-01-2023 – 14-02-2023
Ergens tijdens deze reis, horen we over het Noorden van Vietnam. De mooiste weg van Zuidoost-Azië zou daar te vinden zijn. Berghellingen bedekt met rijstterrassen en dorpjes waar mensen nog tot één van de vele etnische groepen behoren. We voeren een route in de GPS in en schrikken allebei van de hoogtemeters: +23.800m in 1.500 km. Bijkomend worden er sinds Covid alleen nog visa voor 30 dagen afgegeven voor Vietnam. Veel extra rustdagen zullen er dus niet inzitten en Audrey loopt nog steeds mank door een pijnlijke heup sinds de bergen van Noord-Laos. Een beetje zenuwachtig zijn we wel, maar waar we ook naar uitkijken is het meemaken van het Vietnamese Nieuwjaar.


De grens tussen Laos en Vietnam ligt op een berg. De beloning is dat we na de klim, nu Vietnam in kunnen rollen. We passeren vele enthousiast toeterende motoren en enkele grote steengroeves, maar zijn direct ook onder de indruk van het bergachtige landschap. De weg is niet al te best en in een paar minuten zijn we bedekt met een dikke laag stof van deze steengroeves en passerende vrachtwagens. Een chauffeur rijkt een grote fles water uit het raam aan en als hij ons later nog een keer passeert stopt hij om een zak met mond/stofmaskers te geven.


Al redelijk snel bereiken we de bewoonde wereld weer. We zien overal rijstterrassen zo ver het oog rijkt en merken dat Vietnam een zeer druk, luidruchtig en chaotisch verkeer heeft. Elk passerend voertuig toetert, omdat het de gewoonte is om te laten weten dat je eraan komt… Wat een contrast met Laos, nu al! Alles wat je kunt bedenken, kan op een scooter vervoerd worden: diverse dieren (een levend gigantisch varken op z’n rug, honden, kippen, een geit onder de arm, etc.) tot flatscreens en zelfs een crossmotor. Maar ook zien we overal ‘rijdende bomen’ voor het Vietnamees/Chinese Nieuwjaar (Tết) dat eraan zit te komen. Een beetje zoals wij de kerstboom opzetten, versieren ze hier een bloesem- of fruitboom met decoratie en lampjes. Hoe groter de boom hoe meer voorspoed en gezondheid een familie mag verwachten.



Voorbereidingen voor het Nieuwjaar/Tết
In de eerste stad, Điện Biên Phủ, belanden we in een kamer met een lekker warme douche. Even later wilt Audrey ontspannen op het bed, maar als Eloy de kamer binnenloopt ziet hij dat ze erdoorheen is gezakt met haar zwaargewicht… We kunnen er gelukkig om lachen en schuiven de planken weer in elkaar. De volgende ochtend regelen we een simkaart en vertrekken uit de stad. Als we in de middag honger krijgen lopen we een ‘huiskamer/restaurant’ binnen, het lijkt alsof er net een plundering heeft plaatsgevonden met overal papier en eten op de grond. Ze wijst ons door naar de buren, die hebben PHỞ BÒ. Wat dat is weten we nog niet, maar het is het enige dat ze verkopen. Er ligt iemand in de hangmat te slapen en kinderen proberen huiswerk te maken, maar ze zijn afgeleid door de buitenlanders. Uiteindelijk krijgen we een noodlesoep met rundvlees voorgeschoteld, die hier in het Noorden van Vietnam veel wordt gegeten als ontbijt, lunch of avondeten. Een nieuw land betekent ook een nieuwe keuken en andere gerechten, waarvan we de namen nog niet kennen. Wat ons direct opvalt is dat de meeste ‘restaurantjes’ ook gewoon woonkamers zijn, met tv’s, bureaus en bedden.



Vandaag worden de eerste echte hoogtemeters gemaakt en daardoor is het uitzicht ook prachtig. Het is fris en Audrey draagt dan ook voor het eerst sinds Kazachstan weer de donsjas. Onderweg komen we opnieuw scooters met varkens, kippen en vooral veel Nieuwjaarsbomen tegen. Er heerst een vrolijke stemming merken we; de uitgebreide voorbereidingen voor Tết/Nieuwjaar zijn volop bezig. Huizen, auto’s en scooters worden schoongemaakt, en cadeaus, nieuwe kleren, eten en decoraties worden overal ingeslagen. Mensen gaan naar de kapper en familieleden reizen door het hele land om samen Nieuwjaar te kunnen vieren. De festiviteiten zijn nog niet begonnen, maar duren 7 tot 14 dagen. Kerst bij ons is er bijna niks bij.
Bij een restaurant pauzeren we en vragen we of ze gebakken rijst hebben. Ze maken het klaar en een ouder echtpaar, dat naast ons gaat zitten, kijkt ons vol verwachting aan. We verstaan elkaars gesproken taal niet, maar de man toont zijn mobiel en speelt op YouTube Vietnamese muziek af. Hij wijst naar de videoclip, waarin Jezus de hoofdrol lijkt te spelen. We denken dat hij duidelijk wil maken dat ze Christenen zijn en dat wij dat ook zijn, maar zeker weten doen we dat niet…


Elke paar minuten passeren er mensen met opgestoken duim en is het zwaaien, ‘hello‘ en toeteren. Enkele tieners stoppen hun scooters langs de kant van de weg en willen met Eloy op de foto. Ze zijn vooral onder de indruk van het lengteverschil. Het doet even denken aan Oezbekistan alias ‘selfiestan‘. We komen door kleine dorpjes waar het toch een drukte van jewelste is. Er worden flink boodschappen en ook vlees ingeslagen voor het Nieuwjaarsfeest, aangezien de meeste winkels en supermarkten tijdens de festiviteiten dicht zijn. Zo rijden we langs allerlei soorten vlees, inclusief koeienhoofden.


Pokémonkaarten en knikkers
Als we het welletjes vinden voor vandaag gaan we naar 1 van de 3 guesthouses die we kunnen vinden. Of eigenlijk worden we daar al naartoe geleid door iemand. Bij het guesthouse staat de 10 jarige buurjongen te kijken hoe we de fietsen parkeren. We bekijken de kamer, hygiëne zakt tot een dieptepunt, maar we doen het er maar mee. We leggen onze eigen matjes op het bed en lopen terug naar beneden. De buurjongen heeft Pokémonkaarten op onze fietsen gelegd: “To take home”.
Als we even later een poging willen doen om wat avondeten te vinden komt de buurjongen met zijn eigen fiets aangereden. Hij rijdt mee door het dorp en helpt uiteindelijk iets te vinden wat open is, want alles lijkt gesloten te zijn op een enorm en vervallen resort na. Wat dat resort hier überhaupt doet in dat kleine dorp is de vraag, maar we kunnen er een bord roerbakrijst bestellen. Terug in het guesthouse nodigt de eigenaar ons uit voor thee. Hij rookt een grote bamboepijp waar water in zit. Wij bedanken voor het aanbod. Als hij hoort dat we iets hebben gegeten, legt hij via Google Translate uit nog iets klaar te maken en dat we ondertussen verder kunnen drinken en snoepjes eten gezien het Eindejaar is. We veronderstellen dat hij nog wat in de keuken aan het bereiden is, maar eigenlijk hebben we genoeg gehad. Terwijl we zitten te wachten met thee en snoepjes horen we de laatste kreten van een kip. Vervolgens, als we komen kijken, toont hij trots de naakte kip terwijl deze wordt gewassen en geprepareerd. Morgen wordt ze verder verfraaid lezen we via Google Translate. We hoeven deze dus gelukkig niet meer te eten. Hij doet een bidgebaar en geeft aan dat men dieren offert op de laatste 2 dagen voorafgaand aan Tết om ongeluk te verdrijven. Dat verklaart waarom we overal dieren vervoerd en geslacht zien worden langs de kant van de weg. De buurjongen komt ook nog even langs en toont trots zijn knikkers, tenminste dat denken we. Maar dan maakt hij duidelijk dat we alle knikkers mee moeten nemen. Het is een cadeau van hem. We geven hem een fotokaartje; zijn ogen glunderen. Dan kruipen we het bed in terwijl de luide karaokemuziek, kraaiende hanen, vechtende katten en blaffende honden ons een gebroken nacht bezorgen in het houten guesthouse. En dan hebben we het nog niet gehad over de communistische propagandamuziek en berichten die ze ’s ochtends om half 6 door de luidsprekers de dorpen en steden in zwieren😅.


Onderweg naar Sapa
De dagen zijn gevuld met veel hoogtemeters, maar dit is pas het begin. We zijn vermoeid en het is niet altijd gemakkelijk om eten te vinden, aangezien veel winkels en supermarkten al gesloten zijn vanwege Tết dat overmorgen begint. We vragen mensen of ze iets weten wat open is, maar helaas. Dan rijdt er een meisje op een scooter voorbij en vraagt in vloeiend Engels waar we naartoe gaan. Eloy antwoordt ‘Food, we are looking for something to eat’. Ze zegt dat we beter de andere kant op kunnen gaan, maar nodigt ons vervolgens uit om bij haar thuis te eten. Het is enkele meters verder en via de winkel van haar moeder volgen we haar naar boven. Haar moeder lacht om de streken die haar dochter, Quynh, nu weer heeft uitgehaald door wildvreemden in de drukste periode van het jaar in huis te halen. Quynh is lerares Engels en ze schotelt ons eieren en het traditionele gerecht tijdens Tết voor: Banh Chung. Het is kleefrijst met een vulling van mungbonen en vaak vlees verpakt in bananenbladeren.



Op de route ligt de Tram Ton Pas. Dat betekent 1350m stijgen in 26 km, volgens velen één van de mooiste bergpassen in Vietnam. Na een aantal uur klimmen rijden we een witte waas in en kruipen we de laatste kilometers bergop. Het is koud en het waait hard, maar toch hebben we het redelijk warm door de klim. Bovenaan is een bekend uitkijkpunt genaamd ‘Heaven’s Gate’. Onze Heaven’s Gate zag eruit zoals op de linkse foto. Volgens Google ziet het eruit zoals op de rechter foto…




Aan de andere kant van de bergpas is het beter weer en zodra we de berg afrijden richting Sapa en onder de wolken komen zien we alsnog waanzinnige uitzichten. In Sapa zullen we de eerste dag van het Tết nieuwjaarsfeest meemaken. Er wordt vuurwerk afgestoken, er worden offers bij de tempels gebracht en overledenen worden herdacht. Verder wordt er veel gegeten. De jongeman van het guesthouse nodigt ons diverse keren uit om al het, voor ons vreemde, snoep te proberen. Dit terwijl we naast een zelfgemaakt kolenvuurtje zitten om de kamer enigszins te verwarmen, met de sinaasappelschillen en een bakje water ernaast voor de geur en luchtvochtigheid. Het is rond de 7 graden in Sapa en nergens is er centrale verwarming, maar of dit een veilige manier is om een kamer te verwarmen is de vraag,







We zien China aan de overkant van de rivier!
Na Sapa vervolgen we de weg richting Lao Cai. Een grensstad die enkel van China wordt gescheiden door een rivier. We stoppen om iets warms te drinken, aangezien de weg van Sapa naar deze stad kilometerslang steil naar beneden gaat. Met deze temperaturen is dat een koude onderneming. We nemen plaats aan een tafeltje en bestellen een warme chocomel. Twee jonge meisjes aan de tafel naast ons zijn bijzonder geïnteresseerd. De oudste is 9 en spreekt redelijk goed Engels. Ze probeert ons van alles te vragen. Het jongere zusje danst er ondertussen op los. Plotseling komen ze beiden aanzetten met een briefje geld uit hun rode envelopje. Rood is het symbool voor geluk in de Oosterse culturen. Ze willen het geld aan ons geven, want het is hun ‘lucky money’. Het is een oude traditie dat kinderen en ouderen ‘lucky money’ krijgen tijdens Tết. Hiermee wordt respect en de hoop op een gelukkig nieuwjaar uitgedrukt.
Even later staan we bij de grens Vietnam-China. De hoge wolkenkrabbers en een bijzondere bouwconstructie is zichtbaar van de andere kant van de rivier. Het is onwerkelijk. Op dit moment (januari 2023) is het nog niet mogelijk om een visum voor China aan te vragen als toerist. De brug ligt er verlaten bij en niemand steekt momenteel de grens over, maar aan beide kanten staan mensen te kijken naar de onbekende overkant. Een touringcar gevuld met Singaporezen komt ook een kijkje nemen bij de grens, maar als ze ons zien stelen we de show en vragen ze of we met hen op de foto willen.





Tết is in volle gang. We logeren bij verschillende guesthouses maar telkens krijgen we een enorme lading aan snoep en eten voorgeschoteld. En als we vertrekken krijgen we vaak nog een Banh Chung of 2 mee voor onderweg. Ook onderweg rijdt er geregeld een scooter voorbij die ons wat probeert toe te stoppen. Hoe de fiets er op sommige momenten uitziet:




Achterweggetjes leiden tot uitdagingen en bijzondere ontmoetingen
We proberen de hoofdwegen te vermijden in Vietnam aangezien het verkeer daarop nogal druk en luidruchtig is. Daardoor belanden we soms op zeer rustige gravel- of modderpaden. Het is altijd afwachten hoe de weg eruitziet en of we erdoor kunnen, maar de rustige wegen leiden meestal wel tot de meest onverwachte momenten. Eloy doet een mislukte poging om zijn nieuwe remblokken in te remmen op het modderpad. We worden een keer weg geblaft doordat we ons blijkbaar op het terrein van 3 gigantische honden begeven. Even verderop hebben we een lekke band en dat blijkt door een verdwaalde vishaak te komen, die je niet zo snel tegen komt op de hoofdwegen 😉 maar binnen 10 minuten is hij weer geplakt. Het uitzicht is ondertussen prachtig. Een man komt voorbij gepaddeld op een bamboevlot en dan worden we door een gezin met 3 kleine kinderen uitgenodigd om koffie te drinken en warme (zwarte) Banh Chung te eten. Communiceren verloopt via handen en voeten en een stukje papier, er is geen telefoonbereik. De kinderen maken ondertussen met één pen een tekening op het witte stukje muur, nadat de blauwe verf van de buitenkant van het huisje is afgebrokkeld.










Een kaneelplantage
We merken dat we de geplande afstand van vandaag niet gaan halen, dus besluiten we eerder te stoppen bij een guesthouse dat midden in een kaneelbos ligt! De zoete geur is van ver te ruiken en bij aankomst krijgen we pittge kaneelthee. Ook nu komt de familie even later aankloppen om een heel plateau met Banh Chung, koude worstjes en rijst met pinda’s te geven. Dat terwijl we net één van de andere Banh Chungs, die we nog in onze tassen hebben aan het oppeuzelen zijn.
De kaneelboom groeit het best in een tropisch klimaat. De binnenbast wordt geoogst, verticaal opgesneden en gedroogd. Deze krult dan om tot de bekende kaneelstokjes. Bij het drogen verkleuren de stengels naar de typische geelbruine kleur.


Een dag om nooit meer te vergeten!
De volgende ochtend vertrekken we vroeg, omdat we vandaag flink wat kilometers willen maken om binnen ons 30 dagen-visum te blijven. Zoals gewoonlijk komt er van dit idee weinig terecht. Al gauw worden we aangesproken door een jongeman op een scooter. Hij vraagt of we weten wat ‘Tết’ is en nodigt ons direct uit om samen met zijn familie bij hem thuis Tết te vieren. Hij rijdt alvast verder op de volgepakte scooter en zegt dat het over 5 km aan de rechterkant is. Na 10 km fietsen denken we dat we hem gemist hebben en zodra we het idee al hebben losgelaten komt de jongeman, Duc genaamd, uit een huis naar buiten rennen. Zodra we onder het huis staan, want het staat op bamboepalen, verzamelen tientallen kinderen zich om ons heen. Later gaan we het huis is, wat eigenlijk een grote houten hut is zonder meubels, alleen tapijten op de houten vloer. Langzaam stromen ook de volwassenen binnen en de vrouwen zijn allemaal gekleed in de eenvoudige maar traditionele en kleurrijke kleding van hun stam, de ‘Tay’. De Tay vormen één van de 53 etnische minderheden in Vietnam. Ze hebben hun eigen gebruiken, klederdracht, taal, en werken veelal in de rijstproductie. Eén van de oma’s zit op de grond tegenover Audrey en ze zit haar gebiologeerd aan te staren. Ondertussen kauwt ze op iets, waardoor haar hele mond en tanden zwart gekleurd zijn. Dit is een schoonheidsritueel en zou ook beschermen tegen tandbederf.



Alleen Duc kent een beetje Engels en hij vertaalt dus zoveel mogelijk. Toch verstaan we lang niet alles en wordt het een dolle bol wanneer er zich zo’n 20 man in het huis verzameld hebben, die het vooral heel grappig vinden dat er 2 buitenlanders bij zijn. Het familiediner gaat beginnen er zijn veel lokale specialiteiten, onherkenbaar vlees en bovendien moeten we om de haverklap een shotje zelf gebrouwen rijstwijn of bier drinken met toast op het nieuwe jaar (Chúc mừng năm mới!). Na elke toast, die wordt uitgebracht na ELKE slok die IEMAND drinkt, moeten de handen geschud worden. Iedereen wilt even bij ons zitten, met ons toasten (HELP!) en vragen stellen. Ook worden er veel foto’s genomen (iedereen is vooral onder de indruk van Eloy’s lichaamslengte), en worden we bedankt om te komen. Na een paar uur staan we op om te gaan maar worden we eerst nog door de oudere dames meegetrokken in een dans en ze beginnen te zingen. Uiteindelijk krijgen we nog een tasje met snoep en uiteraard Banh Chung mee.


Nog voordat we de straat uit zijn gefietst, stopt er een scooter die uit de tegenovergestelde richting komt. Deze geeft ons nog een hele zak met Banh Chung! We staan opnieuw met onze mond vol tanden; wat gebeurt hier?! Ons doel van vandaag gaan we niet meer halen, maar dat is niet erg. We zoeken een nieuwe plek en komen uit bij een motel waar men ook per uur kan huren…
Het noordelijke deel van de Ha Giang Loop
De volgende dagen volgen één van de zwaarste uitdagingen van misschien wel de hele reis. We fietsen richting Ha Giang, dat vooral bekend staat om de ‘Ha Giang Loop’. Eén van de mooiste wegen van Zuidoost-Azië, maar ook met enorm veel steile bergen en onvoorspelbaar weer. De eerste dag verloopt niet helemaal vlekkeloos. Audrey verliest haar windjack dat achterop de fiets gebonden zat en als we wat eten willen inslaan in Ha Giang blijkt dat bijzonder moeilijk te zijn. We vinden wat instant noodles en koekjes en eten lunch op een gesloten terras. De eigenaar blijkt toch aanwezig te zijn en komt nog vriendelijk met heet water, meer noedels en servies aanzetten, want ons campingservies is te klein probeert hij duidelijk te maken. De homestay die we op het oog hadden om te slapen vannacht, blijkt gesloten te zijn en we mogen er niet kamperen. Ze wijzen ons 10 km verder, de berg omhoog, maar dat gaat om 17.30u niet meer lukken, aangezien het al bijna donker is. Vaak realiseren mensen zich niet goed hoe traag je met een fiets gaat i.t.t. tot een motor of auto. Uiteindelijk vinden we nog een bordje met ‘homestay’ erop en kloppen aan. De eigenaar is niet aanwezig, maar er zijn een paar tieners en hun grootmoeder. Engels spreken kan echter niemand. De grootmoeder zit op de grond naast een open houtvuur dat binnenshuis brandt en boven het vuur hangt vlees te drogen. Buiten is het vrij koud en onze adem maakt ademwolkjes van de kou. Het houten huis heeft een dak maar geen gesloten muren en ons slaaphokje bestaat uit een een paar dekens en een bamboepaneel, dat het scheidt van het gedeelte waar de grootmoeder zit met het houtvuurtje.
De jongeren komen later op de avond samen om karaoke te doen. Aangezien het volume vol open staat, de bamboemuren alles behalve geluidsdicht zijn, en we een uitnodiging ontvangen om mee te doen, zitten we niet veel later op verzoek van hen ‘Het is een nacht’ van Guus Meeuwis door de microfoon te blèren. De Vietnamezen nemen karaoke heel serieus en ze kunnen het uren volhouden. Er worden kilo’s aan zonnebloempitten verorberd en er wordt veel thee gedronken. Om 0.30u gaat de muziek uit, maar het ruikt opeens naar eten. Ze beginnen eten te maken! Om 3u horen we ze naar boven komen en worden telefoongesprekken gevoerd en om 5u ’s ochtends gaat de muziek opnieuw aan. Om 7u worden we wakker van het gekakel van de hanen en dan besluiten we toch maar op onze fiets te stappen. Het was inderdaad een bijzondere nacht, Guus!


Ondanks de vermoeidheid moeten we vandaag een berg op met bijna 1000 hoogtemeters in 18 km. De weg is redelijk druk en slalommend de berg op gaat niet. Audrey wordt bijna de berm ingereden door een bus, maar we krijgen van veel scooterrijders aanmoedigingen en duimen omhoog. Onderweg naar boven stoppen we bij een bankje om wat te eten. Ertegenover staan een aantal huisjes langs de weg en al snel komen een aantal nieuwsgierige kinderen naar buiten. Spontaan geven ze ons snoep dat ze bij zich hebben. We geven hen een bedankkaartje en een aantal tandenborstels die we in onze tassen hebben. Ze giechelen en trots rennen ze ermee rond. Boven aangekomen poseren anderen vooral met onze fietsen en genieten wij van het uitzicht van ‘Quan Ba Heaven Gate’. De poort naar de hemel is geopend en dat is te zien!








We pakken de handschoenen en donsjas uit om de berg naar beneden te rollen. Onderweg naar beneden zien we in een flits de bekende ‘Twin Mountains’ of Fairy Breast Mountains’. We zijn onderweg naar de homestay van Kai. Hij heet ons enthousiast welkom in zijn grote huis. De bedden bestaan uit matjes, gescheiden door een gordijntje. Samen met Felix, een Duitse backpacker die een deel van de Ha Giang Loop wandelt (!) gaan we opzoek naar wat te eten in het dorpje. Het wordt een typische noedelsoep ‘Phở Gai’ en ‘Phở Bo’ (kippensoep en rundvleessoep) en de noedels worden terplekke bereid uit rijst. De rijstvellen hangen aan het plafond van het eettentje te drogen. Zodra we terug bij de homestay zijn, worden we uitgenodigd om met een groep Vietnamezen ‘happy water’ of rijstwijn te drinken en weer te eten. En natuurlijk kan karaoke niet ontbreken! Eloy neemt de gouden microfoon in handen en als Audrey hem in een duet de Spice Girls hoort zingen, terwijl ze onder de douche staat, weet ze dat het goed is.





De volgende dagen merken we dat onze spieren met de dag stijver worden en de vermoeidheid toeneemt, maar het landschap is elke dag onvoorstelbaar. De ene dag nog bizarder dan de andere. We rijden door kleine gehuchtjes waar mensen gekleed zijn in de traditionele kleding. En tijdens één van de lunchpauzes bestellen we bij een eettentje rijst, ei en groente. Even later krijgen we een telefoonscherm onder onze neus geschoven, Google Translate: “That family paid for you, no need to pay. Good trip!”. Een Vietnamese familie heeft blijkbaar zojuist onze lunch betaald, zonder dat we een woord hebben gewisseld! Ongelofelijk!
We rijden richting Dong Van, waar we een rustdag gepland hebben. Omdat de weg erheen een worsteling is, we veel foto’s hebben genomen en de 10.000ste kilometer hebben gevierd met een foto en filmpje, komen we pas tegen het donker aan. Maar daardoor rijden we met zonsondergang tussen bergen, die we ons nooit konden voorstellen.










Met nog maar weinig energie over gaan we in Dong Van direct naar het gezelligste en minst koude eettentje. De deuren staan altijd open en er is nergens centrale verwarming, ook al is het buiten nu maar een graad of 5. Binnen ontmoeten we Lana en Matt uit Alaska. De fietsen staan voor het restaurantje en de vlaggen blijven niet ongezien. Zodra we het restaurant inlopen zeggen ze: “You must be the cyclists on the loop, with the flags on your bikes. We have heard of you from other people. That is crazy!”. De meeste reizigers komen hier op de motor aangezien het zo bergachtig is. Morgen kunnen we even bijkomen. We zijn 14 jaar samen en vieren dat met pannenkoeken en een pizza, ter afwisseling van de noedels en rijst!
The Happiness Road
Na de rustdag fietsen we verder. Vandaag wordt weer een uitdagende dag, maar de weg tussen Dong Van en Meo Vac is schijnbaar nog mooier, al geloven we dat bijna niet. De weg wordt ook wel “The Happiness Road” genoemd en ligt in het Dong van Karst Geopark. Dit is een gebied van 2356 km² en vertelt veel over de geschiedenis van de aarde. Er zijn fossielen gevonden die meer dan 400-600 miljoen jaar oud zijn! Er wonen ook 17 verschillende etnische bevolkingsgroepen, die zeer geïsoleerd leefden in de bergen voordat de weg werd gebouwd. De in totaal bijna 200 km lange weg werd gebouwd in de jaren 60 door voornamelijk lokale inwoners en vrijwilligers met zeer eenvoudig gereedschap. Het duurde jaren doordat hele stukken rots moesten worden uitgekapt en 14 mensen zijn overleden bij de bouw. Ho Chi Minh gaf de weg de bijnaam “The Happiness Road”, omdat het bouwproces een grote gezamenlijke inspanning was van duizenden vrijwilligers en lokale mensen en omdat de weg een betere toekomst voor de vaak arme en geïsoleerde bevolkingsgroepen in de bergen zou betekenen.
De weg staat echter bekend als tamelijk gevaarlijk, omdat de afgrond ontzettend diep is en er niet overal vangrails zijn. De canyon is één van de diepste ter wereld met zijn 700-800 meter en sommige hellingen zijn 70 tot 90 graden. Vaak ligt de weg in de wolken verscholen, maar we hebben geluk. De wazige mist die te zien is op de foto’s heeft te maken met de luchtvervuiling en de jaarlijkse branden op de akkers van boeren.













Aan het einde van de prachtige maar heftige dag proberen we een kampeerplek te vinden, maar dat is moeilijk omdat er overal akkers zijn of er geen recht stuk grond te vinden is. Uiteindelijk komen we, na onszelf over de laatste bergjes heen te sleuren (Audrey vloekt en duwt inmiddels tegen de fiets…), aan bij het volgens Google ‘smerige’ hotel en gaan we maar een kijkje nemen. De kamers lijken in orde, er lopen geen kakkerlakken zoals op internet te zien was. Het matras is een plank, maar dat is hier de regel. We eten ‘fried rice’ bij het hutje tegenover het hotel en kijken recht in de slaapkamer van de familie. Eloy heeft zoveel honger dat hij nog een portie neemt, maar de vrouw des huizes lacht alleen maar en in de ochtend besluiten we gewoon terug te gaan voor ontbijt. Iedereen blij.

Onze conclusie over de Ha Giang route
Het was vermoeiend, koud, de wegen waren steil en het verkeer was druk en luidruchtig (elk voertuig toetert!). We hebben vaak gedacht dat het ons niet zou lukken, maar uiteindelijk is elke meter er één, ook kruipend. Het landschap is onvoorstelbaar prachtig en met weinig te vergelijken. En de mensen zijn buitengewoon vriendelijk!
We laten de noordelijke provincie langzaam achter ons op weg richting Hanoi en we merken dat het snel warmer wordt. Inmiddels is het 21°C in de middag. Soms moeten we dan weer verkoeling zoeken in de bergstroompjes langs de kant van de weg. We overnachten opnieuw in een homestay, meestal kost dat rond de 5 of 6 euro voor 2 personen!



De dagen die volgen komen we door kleine dorpjes, waar we vaak worden uitgenodigd voor rijstwijn op het midden van de dag. Soms wordt er met de fiets geposeerd en één keer staan we een uur lang stil achter een vastgelopen tankwagen, waardoor we de laatste kilometers in het pikkedonker moeten fietsen. Het helpt ook niet dat Audrey eerder, een weliswaar platte, maar giftige slang op het wegdek heeft zien liggen. Zodra we aankomen in een dorpje met 2 guesthouses, blijkt eentje gesloten te zijn en de andere kan ons ontvangen. De eigenaren maken wat te eten in hun bijzondere keuken en de positieve energie komt langzaam weer terug.






We zijn nu nog maar 2 dagen verwijderd van Hanoi. Het weer is omgeslagen in regen en onweersbuien, maar we proberen tussen de buien door te fietsen. We slapen nog een nachtje bij een homestay, waar de vriendelijke dochter van de eigenaar een handgemaakt Vietnamees vlaggetje voor op de fiets komt brengen. Omdat het de volgende ochtend zo hard regent dat de straat verandert in een rivier, bieden de mensen van de homestay aan nog even te blijven en van een warme Ban Chung te genieten. En we zien weer wat nieuws! Honden met geverfde oren in allerlei kleuren, van paars tot felroze. Blijkbaar wordt dit normaal en schattig gevonden in Vietnam.





Via allerlei weggetjes tussen de rijstvelden proberen we de hoofdwegen naar Hanoi, de hoofdstad van Vietnam, zoveel mogelijk te vermijden. Het duurt langer, maar het fietst veel relaxter en er valt veel meer te zien. Zo komen we vandaag langs enorm veel rijstvelden waar mensen aan het werk zijn, met hier en daar zelfs graven tussen en in de velden. Er wordt gezegd dat tijdens de oorlog er te weinig plek was op normale en militaire begraafplaatsen en dat families daarom hun familieleden op hun eigen land begroeven. Rijstvelden nemen maar liefst 82% van de gecultiveerde grond in Vietnam voor hun rekening! En gemiddeld komt 75% (!) van de dagelijkse calorieën uit rijst! Ook ons dieet bestaat momenteel voor een enorm deel uit rijst of rijstproducten. Zelfs de snacks zijn vaak van rijst gemaakt. En als we dan toch bezig zijn: witte, zwarte en paarse rijst, rijstnoedels, plakrijst, rijstcake, rijstpapier, rijstmelk, rijstgranen, rijstcrackers, rijstwijn en er bestaan zelfs rijstrietjes.






Hanoi: de hoofdstad van Vietnam
Via één van de grote bruggen fietsen we samen met honderden scooters Hanoi in. De stad met bijna 9 miljoen inwoners staat bekend om de vele scooters. Het verkeer is druk en we worden zowel langs links als rechts ingehaald, maar gezien de enorme hoeveelheid scooters rijdt het redelijk langzaam en is het vooral een kwestie van ‘go with the flow’. Via Couchsurfing hebben we Mark ontmoet. Hij komt uit Australië, maar woont al lange tijd in Hanoi. Als we voor een gigantische skyscraper staan, waarvan het bovenste gedeelte niet eens te zien is omdat het in de wolken hangt, moeten we wel even slikken.
We lopen gekleed in regenpak met onze modderige fietsen door de lobby van het chicste hotel/woontoren waar we ooit geweest zijn. De receptionisten kijken ons een beetje verward aan en wij durven amper naar hen te kijken. De fietsen gaan in de lift en dan vliegen we in een razend tempo naar de 35e verdieping! ‘Waar zijn we nu weer in beland?!’, denken we hardop. We zitten voor het eerst in ons leven op een verwarmde wc-bril, er is een buitenzwembad en welnesscomplex waar we gebruik van mogen maken en het uitzicht vanuit ons bed over Hanoi is gewoon te bizar voor woorden. Mark neemt ons mee naar een bekend lokaal restaurant, genaamd naar het bier dat er wordt getapt: Bia Hoi. Hij doet de bestelling in het Vietnamees en er staat tot onze verbazing zelfs hond op het menu. We bestellen gelukkig alleen vegetarische dingen en al gauw komt een Vietnamese man ons vergezellen met een kan bier en we hebben een gezellige avond. Mark wil binnenkort zelf een fietsreis gaan maken door Laos en is benieuwd naar onze ervaringen en tips. ’s Ochtends neemt hij Eloy mee om een typische Vietnamees ontbijt te gaan eten, toont de lokale markt en de koffiecultuur van Hanoi. Audrey herstelt ondertussen van een spieroverbelasting en doet de was. De laatste keer dat alles een grondige machinewasbeurt kreeg was meer dan een maand geleden… Het was tijd.
In Hanoi regelen we het visum voor Laos. We poetsen onze fietsen en slenteren door de stad. We bezoeken o.a. het mausoleum van Ho Chi Minh, waar hij opgebaard ligt in een glazen kist. Voor veel Vietnamezen was en is hij een erg belangrijke man. Hij is voormalig president en zorgde ervoor dat Vietnam onafhankelijk werd. Na zijn dood werd de voormalige hoofdstad Saigon hernoemd naar hem: Ho Chi Minh-stad.








In Hanoi gebeurt er ontzettend veel op straat. Restaurantjes doen hun zaken, zoals koken, afwassen en serveren, op de straat. De kleine plastic stoeltjes en tafeltjes zitten vaak overvol met mensen en er wordt ook veel koffie gedronken. Vietnam is in Azië de grootste producent van koffie en de tweede grootste ter wereld. Koffie wordt gezet met een roestvrij kannetje, de Phin, dat direct op het kopje wordt gezet. Vaak wordt het geserveerd met gecondenseerde melk. Voor kolonisten was het namelijk moeilijk om verse melk te vinden. Een andere typische koffie die vooral in Hanoi te vinden is de ‘Egg Coffee’. Eigeel met gecondenseerde melk worden opgeklopt en bovenop de zwarte koffie geserveerd. Ook deze manier van koffie serveren werd uitgevonden in de jaren ’40 omdat er bijna geen verse melk te vinden was. We vinden het beiden wel een bijzonder maar lekker brouwsel 🙂
Verder ontmoeten we Nina en Quirijn uit Nederland. Ze zijn ook op de fiets en hebben een vergelijkbare route afgelegd. We volgden elkaar al een tijdje op sociale media, maar nu zijn we op hetzelfde moment op dezelfde plek! Het is superleuk om ervaringen en ideeën uit te wisselen en hopelijk zien we elkaar nog eens terug.






De jongens bij het kampvuur
Nadat we een paar dagen bij Mark hebben mogen logeren nemen we afscheid, maar we houden contact. Het weer is inmiddels weer een stuk warmer en ruim boven de 30 graden. We navigeren de stad uit en proberen daarna weer zoveel mogelijk zijweggetjes te nemen om de drukke wegen te omzeilen. Op het einde van de dag zoeken we een wildkampeerplek. Het blijkt lastiger dan gedacht, maar uiteindelijk kamperen we onder een brug op een oever van de rivier. Er staan een paar huisjes in de buurt en de kinderen hebben ons snel gespot. Ze willen eerst graag op de foto en vervolgens dolgraag een kampvuur bouwen. Daarna ontdekken ze Google Translate en volgen er meer vragen: Of we drinkwater nodig hebben, of we mee naar hun huis willen komen en of ze kunnen helpen met het opzetten van de tent. Eloy wast zich in de rivier en gaat daarna met één van de jongens mee. Hij wordt uitgenodigd om bij het eerste huis thee te drinken en daarna bij het tweede huis nog eens thee te drinken. Ook wordt de zelfgemaakte rijstwijn boven gehaald. Na een toast en rijst met net gevangen vis komt er een dronken man binnen die in zijn oor van alles schreeuwt. Eloy knikt, lacht en praat Nederlands terug. De kinderen geven aan dat het nonsens is wat de man zegt. Op een gegeven moment vindt Eloy het welletjes en begeleiden de jongens hem in het donker naar de rivier waar de tent staat. Tot onze verbazing komen dan de vrouwen met de kinderen mee en gaan ze in een kringetje om een kampvuur zitten dat in no time wordt gemaakt. Samen willen ze de avond afsluiten op deze manier. Communiceren met woorden lukt zo goed als niet, maar met gebaren, lachen en uitbeelden komen we een eindje. Voordat de jongens weggaan, toont één van hen het volgende via Google Translate: “I am really happy to meet you”.




Onderweg naar Laos
Vandaag fietsen we de laatste meters richting de grens met Laos. Onderweg fietsen we langs een aantal mensen die op de grond aan het werk zijn. Ze zijn rijstpapier om te eten aan het maken. Snel roept iemand dat we erbij moeten komen zitten. Ze halen wat te drinken en we moeten het rijstpapier proberen. Het heeft de textuur van een dunne kroepoekplaat en heeft weinig smaak van zichzelf. Daarna komen ze ook nog met een tros bananen aanzetten die we mee moeten nemen!
Het landschap tot aan de grens is prachtig. Heuvels bedekt met groene rijstvelden en de eerste bergen in Laos worden zichtbaar. Het belooft weer een nieuwe uitdaging te worden, maar we hebben er zin in!





Wat de reis echt bijzonder maakt zijn de kinderen, ook in Vietnam
Zij leerden ons opnieuw waar het in het leven om draait: vriendelijkheid, medeleven en vrijgevigheid.
Het meisje dat een zelfgemaakte papieren vlaggetje geeft om aan onze vlaggenstok te hangen. De jongen die Pokémon-kaarten op onze fietsen legt om mee naar huis te nemen. De jongen die later weer opduikt om zijn knikkers te delen en ons met zijn eigen fiets naar de enige eetgelegenheid in het dorp begeleid. De jongens die vriendelijk om een handtekening op hun voetbalshirt vragen. De meisjes die langs de kant van de weg opduiken en spontaan hun snoep delen. De tieners die een duim omhoog geven. De zussen die onze hand pakken. De jongens die ons uitnodigen om met een ballon te spelen. De zussen die aan een tafeltje naast ons in een restaurant zitten en ons wat van hun Lunar New Year geluksgeld geven. De jongens uit het dorp die graag helpen met het opzetten van de tent, het maken van een kampvuur en zorgen dat we genoeg drinkwater hebben. De jongen die een vertaling op zijn telefoon laat zien: “Ik ben zo blij je te ontmoeten”. De kleintjes die met hun handjes zwaaien en zeggen: ‘hello‘, ‘thank you‘ of ‘bye bye‘. En er zijn nog veel meer kinderen die ons versteld doen staan. Steeds weer opnieuw.
Ze geven en delen met een grote glimlach. Hun enthousiasme en ongegeneerde pogingen om in een andere taal te spreken, hun gelach achteraf. Ze zijn de echte schatten van deze reis, die ons bijna dagelijks opnieuw versteld doen staan!


Comments (6)
Lieve kinderen, wat een prachtig verslag alweer. Wat een moeite de mensen doen om Nieuwjaar te vieren. Die eierkoffie wil ik ook wel eens proberen
.En zo’n zware fietsreis omhooggevallen, die dan beloond werd met de mooiste uitzichten. Ben trots op de ervaringen die jullie opdoen. Bon vorige verder.
Wauw wat een fantastisch verhaal en prachtige foto’s. Echt een belevenis zeg en al zoveel kilometers . Echt heel veel respect voor jullie, ongelooflijk. Ik wens jullie nog veel veilige kilometers toe met mooi weer. Lieve groetjes Lenie
Weer een mooi reis verhaal van jullie, inmiddels weer een aantal maanden geleden. Genieten van hun gastvrijheid, vrijgevigheid en medeleven zoals jullie schrijven. Kunnen wij in deze wereld veel van leren. Inmiddels vertoeven jullie in het noorden van Europa. Een totaal andere belevenis en ik denk niet met elkaar te vergelijken. Geniet nog van jullie trip.
Lieve Audrey en Eloy, weer na lange tijd een nieuw reisverslag. We hebben er lang opgewacht. Gelukkig hebben we via facebook en de app al foto’s mogen ontvangen. Wij weten dat het ook veel werk is om het te maken. Wat een prachtig verslag van dit stukje reis. Veel afzien, slecht weer, primitieve slaapplekken , enorme gastvrijheid en grote behulpzaamheid laten zien dat het bijzonder is. Ook de omgeving is prachtig. Herken veel terug in bepaalde foto’s van mijn reis met Ton door Vietnam. Bij jullie is het wel vele malen primitiever en jullie beleven de culturen nog intenser. Je hebt gelijk dat de kinderen de reis maken. Een kinderhart doet zoveel met een mens. Ze zijn zo dankbaar voor heel iets kleins, ze zijn tevreden met hetgeen ze hebben. Niet te vergelijken met onze westerse cultuur. Ik ben zo mega trots op jullie. Kanjers en doorzetters zijn jullie. Liefs Mam.
Ik had jullie verhaal al eens gelezen, maar nu nog maar eens. We staan op het punt om Hanoi te verlaten richting de Ha Giang loop, Sapa en door naar Laos. De omgekeerde richting die jullie hebben gedaan. Erg veel zin in!
Wat leuk! 🙂 Geniet ervan, het is een prachtig gebied maar zwaar! Benieuwd naar jullie ervaringen.