
28-12-2022 – 16-01-2023
Laos is een zeer bijzonder land en heeft een grote indruk op ons gemaakt. Het is een van de armste en hevigst gebombardeerde landen met een gecompliceerde geschiedenis, maar tegelijkertijd een van de snelst groeiende Aziatische economieën met de jongste bevolking (de gemiddelde leeftijd is 23 jaar!1). De kinderen zijn overal en het is moeilijk uit te leggen hoe ongelofelijk enthousiast ze zijn. Dag in dag uit, vanuit bomen, huizen, rivieren en klaslokalen horen we “hello”, “sabaidee”, “thank you”, “good morning” en “I am sorry”. Zodra één kind ons ziet, roept het ‘falang’ (betekent oorspronkelijk Fransman, maar wordt gebruikt voor alle buitenlanders) en vreugdekreten volgen. Kinderen rennen de weg op en zwaaien, geven high fives en roepen elk Engels woord dat ze maar kennen. Naast de kinderen is er altijd wel een feestje langs de weg. Te herkennen aan muziek die mijlenver te horen is, rode plastic stoelen in een partytent en veel Beerlao. Het is een trots, gebrouwen met rijst, en volgens velen het beste bier van Zuidoost-Azië. Op de weg zien we dan ook veel enorme trucks volgeladen met Beerlao (of anders meloenen) richting China rijden.

Vanuit Thailand zijn we in Huay Xay op de slow boat gestapt. De boot zal in totaal 2 dagen over de Mekong varen om uiteindelijk in Luang Prabang aan te komen. Nadat de fietsen op het dak van de boot zijn geladen gaan we snel zitten in het midden van de boot. We hebben goede en slechte verhalen gehoord, maar het lijkt ons een bijzondere ervaring om het leven op en langs de Mekong op deze manier te ervaren.
Het is ons in ieder geval gelukt om niet naast de motor te zitten. Deze maakt een oorverdovend kabaal, waardoor sommigen in het gangpad zitten. Meer storen we ons aan de toeristen die enkel aan het bier zitten en opscheppen over de wiet en paddo’s die ze al genomen hebben…


De rivier Mae Khong wordt vertaald als de moeder van de rivieren. Het is een levensader, waar al honderden jaren miljoenen mensen afhankelijk van zijn. Ze is belangrijk voor transport, dorpjes die alleen toegankelijk zijn via het water, maar ook voor de landbouw en biodiversiteit. Ze is verantwoordelijk voor 25% van de wereldwijde zoetwatervisvangst. De Mekong ontspringt in Tibet, en doorkruist dan in bijna 5000 km China, Laos, Thailand, Cambodja en Vietnam. We zijn getuige van het leven langs en op de rivier en zien veel spelende kinderen, vissers en mensen die zich wassen naast de waterbuffels die er hun behoefte in doen.





Wat opvalt is dat het waterstand ontzettend laag is. Het is knap dat de schippers met dergelijke lange boten toch nog op de rivier kunnen navigeren in het droge seizoen. We horen de boot regelmatig zachtjes over de bodem schrapen. Sinds enkele jaren wordt de rivier en haar ecosysteem bedreigd door klimaatverandering en de honderden dammen om stroom op te wekken in de verschillende landen waar de rivier doorheen loopt. Onder andere China beschikt reeds over enkele dammen en speelt een grote rol in dit verhaal. De landen die stroomafwaarts liggen hebben het hierdoor steeds zwaarder te verduren. De dammen hinderen de migratie van vissen en filteren het vruchtbare sediment uit het water, dat anders op de akkers van boeren terecht zou komen. Het is onvoorstelbaar dat de Laotiaanse regering zelf ook van plan is nog tientallen dammen te bouwen op de Mekong om zo de ‘batterij van Azië’ te worden met het idee de economische groei te bevorderen. Uit uit onderzoek blijkt echter dat de schade groter is dan de voordelen. Voor de 70 miljoen (!) mensen, die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van de rivier, betekent dit waarschijnlijk geen economische groei…
Tien kilometer voor aankomst in een dorpje waar we de nacht zullen doorbrengen, loopt de boot vast aan de grond. De bemanning, bestaande uit 2 mannen en een vrouw, probeert met bamboestokken de boot los te duwen van de bodem. Als dit niet lukt wordt een aantal mensen gevraagd de boot uit te stappen en te duwen. Tevergeefs, want met de overige mensen en de bagage is er geen beweging in te krijgen. Er wordt een tweede boot te hulp gevraagd en als deze even later arriveert moeten we overstappen. Het is inmiddels donker geworden en de boten hebben geen verlichting. In het donker vervolgen we de laatste kilometers naar de pier. Als alle bagage aan land is en de meeste mensen weg zijn gelopen, halen we samen met Raoel, een fietser uit Spanje, de fietsen van het dak en tillen we ze vervolgens de tientallen trappen op. We spreken af om later samen te eten. Gelukkig hebben we al een kamer geboekt dus hoeven we niet opzoek. Als we arriveren blijkt onze kamer echter al te zijn vergeven. Uiteindelijk kunnen we toch terecht, maar of dat de beste keuze is… de geur van schimmel en desinfectiemiddel komt ons tegemoet en ook blijkt er geen water te zijn. De waterleiding zou 2 dagen geleden zijn gesprongen. Toch krijgen we later alsnog koud water als er aan een buitenkraan wordt gedraaid, het zijn vreemde taferelen. We troosten ons met de gedachte dat dit maar voor een paar uur is en we gaan eten met de Spaanse fietser.




De volgende ochtend zijn we vroeg wakker door het hanengekraai en de scooters die om 6 uur langs het raam sjezen. Opnieuw worden de fietsen op het dak van de boot gehesen en we genieten deze dag van het leven op en langs de rivier dat langzaam aan onze ogen voorbijglijdt. Tegen het einde van de dag komen we aan, 10 km buiten de stad Luang Prabang. Het laatste stukje fietsen we naar het centrum van het stadje.


We besluiten een paar dagen in Luang Prabang te verblijven. De volledige stad staat sinds 1995 op UNESCO werelderfgoedlijst, omdat er door de turbulente geschiedenis een bijzondere mix van goed bewaarde gebouwen en cultuur te vinden is. Er zijn veel Franse invloeden, die nog stammen uit het koloniale verleden. Zo is het ook niet ongebruikelijk om croissantjes, baguettes en crêpes op menukaarten tegen te komen. Luang Prabang ligt aan de Mekong en Nam Khan rivier. Over de laatste wordt in de zomerperiode een bamboebrug gebouwd om het dorpje aan de overkant te bereiken. In het regenseizoen is de stroming te sterk en wordt de brug afgebroken.






In Luang Prabang bezoeken we het UXO (Unexploded Ordnance) Visitor Center. Een museum dat een diepe indruk achterlaat over de niet-ontplofte munitie van de Vietnamoorlog en de impact die dit tot op de dag van vandaag nog altijd heeft.
Laos is in de geschiedenis van de mensheid het zwaarst gebombardeerde land ter wereld. Tijdens de ‘Secret War’ (bij ons beter bekend als de Vietnamoorlog) werd door de Verenigde Staten gedurende 9 jaar (tussen 1964 en 1973) meer dan 2 miljoen ton aan bommen gedropt. Alleen al 240 miljoen (!) ‘bombies’ (kleine bommen die in een clusterbom zitten) werden gebruikt. Ongeveer 30% hiervan is niet ontploft. Dit betekent dat er nog miljoenen onontplofte bommen in de grond liggen. Vijftig jaar na de oorlog, raken er jaarlijks nog steeds mensen (o.a. landbouwers) en vooral kinderen zwaar gewond door UXO. De gebieden waar de meeste bommen zijn terecht gekomen, zijn tegelijk ook de armste van het land.
UXO Lao is een door de UN gesteunde overheidsorganisatie die probeert via bewustmaking, training en opruimingsoperaties het land weer veilig te maken. Het is echter gevaarlijk werk en het zal nog tientallen jaren duren voordat alle bommen onschadelijk zijn gemaakt.




Ook bezoeken we Ock Pop Tok. Een organisatie die als missie heeft om de traditionele weefkunst te behouden en vrouwen mogelijkheden geeft zich te ontwikkelen in een veilige omgeving. De vrouwen werken in comfortabele omstandigheden, krijgen een eerlijke prijs voor hun producten en de organisatie benadrukt de rol van de vrouw voor economische en sociale stabiliteit in een gemeenschap. Als we later door Laos fietsen zien we regelmatig vrouwen voor hun huizen spinnen, weven en garen kleuren. Alsof we terug in de tijd gaan, maar voor de vrouwen dus een belangrijke bron van inkomsten en een manier om hun vaardigheden en kennis over de traditionele weefkunst te behouden.






Na deze indrukwekkende dag spreken we af met Sanne en Bouke, Nederlandse fietsers die we via een WhatsApp-groep van wereldfietsers hebben leren kennen. Op het marktplein vieren we samen Nieuwjaar. Dat Laotianen wel van een feestje houden is duidelijk. Het is een gezellige avond en er wordt op stoelen en banken gedanst. Ook gedurende Nieuwjaarsdag is er overal luide muziek en is de stemming vrolijk. Audrey hoort zelfs in de supermarkt oorverdovende dancemuziek. En dat terwijl men hier eigenlijk op een andere datum nieuwjaar viert.


Voordat we Luang Prabang verlaten brengen we nog een bezoekje aan de Kuang Si watervallen. We besluiten dit keer niet op de fiets te gaan maar met een minibusje. Als het overboekte minibusje ons als laatste op komt halen mag Eloy op een bierkratje zitten en Audrey deelt de stoel met een ander. Audrey blijkt ook niet meer gewend te zijn om in een auto te zitten na maanden op de fiets. Misselijk van de bochtige weg stapt ze later uit en weet nog net haar maaginhoud binnen te houden. Het is even anders dan je eigen fiets besturen. Maar de waterval zelf is prachtig en vooral de kleuren van het water. Eloy springt snel het water in en ontmoet daar zijn zeemeermin (voor de oplettende lezer, check de foto’s hieronder).



Na een week niet fietsen sputteren onze beenspieren een beetje tegen in het bergachtige landschap van Noord-Laos. Vanaf 50 km beginnen we met het zoeken van een slaapplek, maar uiteindelijk stoppen we pas na 1000 hoogtemeters en 90 km. De bungalows waar we heen fietsen staan zitten vol, maar bij aankomst wordt er gelukkig nog een kamer gecreëerd. De gastvrouw kent Laotiaans en Frans, dus onze basisvaardigheden worden getest en het gaat redelijk. Als we aan tafel gaan voor het avondmaal, staren de kraalogen van een grote, zojuist gegrilde vis ons aan. Het smaakt goed en we worden vergezeld door een Amerikaanse familie met 2 kinderen. De 2 tieners hebben 3 paspoorten! Ze reizen een jaar door Zuidoost-Azië en we hebben elkaar veel verhalen te vertellen. Na een mooie avond vallen we snel in slaap.








De volgende dag merkt Audrey dat ze iets teveel van haar benen heeft gevraagd. Ze kan één van haar benen nauwelijks meer over haar fiets tillen door heuppijn. Met een beetje geklungel lukt het het toch, maar de zeurderige pijn zal (zoals later blijkt) toch een paar weken aanhouden.
We moeten toch verder en fietsen vandaag naar Nong Kiau. Onderweg komen we door veel plattelandsdorpjes, waar de heuse babyboom pas echt duidelijk wordt. Uit elk huis komen talloze kinderen naar buiten gerend zodra we voorbijrijden. Het is een beetje overweldigend, maar de vreugde straalt van hun gezichtjes.
Nong Kiau is duidelijk weer meer toeristisch. Er zijn enkele touroperators, opvallend veel Israëlische backpackers, luide karaoke en veel pensions die elkaar beconcurreren. Het is dan ook een schitterende locatie met uitzicht op de rivier en verschillende bergen om over te wandelen.


We besluiten ook één van de wandelingen naar een viewpoint te doen. Bij de ingang staat er een bordje dat je vooral niet van de paden af moet wijken, vanwege mogelijke onontplofte bommen (UXO) in het gebied. We merken bergopwaarts dat onze wandelconditie niet gelijk is aan onze fietsconditie. Het is zweten en veel pauzeren tussendoor. Boven op de top is er een waanzinnig uitzicht over de rivier, het dorp en de bergen.
Terug beneden gaan we naar een drijvend terras. Er is een feestje gaande van een aantal Laotianen. Ook Eloy wordt gevraagd mee te dansen en krijgt bier in de handen geschoven. Stipt 18.00u is het gedaan en loopt het groepje zat naar huis. Wij eten onze borden leeg en lopen dan terug naar het pension. Even later horen we voor onze deur een aantal mensen. Als Eloy water gaat halen ziet hij een groepje vrouwen zitten kletsen. Ze vragen of hij wat champagne wilt. Hij gaat toch voor de koffie en bedankt hen. Proost!







We hebben de route, zoals dat vaker gaat, veranderd en eindelijk het visum aangevraagd voor Vietnam. De visa maken de planning lastiger. Voor sommige landen kun je geen visa-on-arrival krijgen, maar moet je het visum van tevoren aanvragen. Als je op de fiets reist is dat soms lastig. Ook zit er vaak een limiet op het visum, zoals 30 dagen voor Vietnam. Dat lijkt veel, maar met de fiets valt dat behoorlijk tegen als je ziet hoe groot (en bergachtig!) het noorden van Vietnam is. Over 9 dagen gaan we de grens over en met een beetje onzeker gevoel besluiten we een poging te wagen om Noord-Vietnam per fiets te verkennen. Of we dat fysiek aankunnen is de vraag…
De volgende dag stappen we weer op de fiets. Een van de zwaarste dagen tot nu toe staat op de planning: 1500 hoogtemeters in 60 kilometer, met een brandende zon. Onderweg wordt her en der een berm of stuk land in brand gestoken als alternatieve snoeimethode en om deze opnieuw vruchtbaar te maken. De asdeeltjes vliegen ons letterlijk om de oren. Een extra uitdaging! We komen door enkele kleine dorpjes met opnieuw veel vrolijke kinderen, maar zien vooral (Chinese) vrachtwagens gevuld met Beerlao en watermeloenen, die het net als ons, zwaar hebben bergopwaarts. Deze grote trucks zien we vaak door de kleine dorpjes denderen en ze toeteren luidruchtig om alle dieren, kinderen en verkeer op tijd uit hun weg te ruimen. Audrey vraagt zich af hoeveel kinderen al onder zo’n monster zijn gebleven op deze smalle wegen waar de huisjes direct aan de straat staan en de straat de speeltuin is van de kinderen.
Boven op de top staat een Hmong guesthouse. De Hmong is een etnische groep, waarover we eerder schreven in de blog over Thailand. We stoppen, genieten nog net van de zonsondergang en bellen naar het thuisfront. Als we later de maan zien, ziet die eruit als een gigantische oranje sinaasappel. Dat hebben we nog nooit gezien, maar het blijkt te komen door al het stof en de as die in de lucht hangt. Na dit schouwspel gaan we de kamer in. Het bed is letterlijk een houten plank en er steken ijzeren spijlen door de muur, maar dat maakt niet uit. Het waanzinnige uitzicht (en het feit dat er geen ander pension is) maakt alles goed. s’ Nachts daalt de temperatuur tot 8 graden en verwarming bestaat hier niet, maar we hebben dikke jassen mee. We eten wat in het restaurant op het terrein wat op een grote loods lijkt en laten de gefrituurde kikker maar voor wat het is. De man graait een kip aan zijn poten uit de vriezer en loopt ermee naar de keuken. Niet teveel bij nadenken is ons motto 😜. We krijgen wat anders dan we hadden besteld maar dat is niet de eerste keer en zeker ook niet de laatste. Ach, zolang we maar geen rat, hond of kikker op ons bord krijgen…






De volgende dag komen we letterlijk ratten tegen die aan hun staart ophangen aan een eetkraampje. We staan met onze mond vol tanden en onze magen laten we nog even draaien op mueslirepen en bananen. Opnieuw veel hoogtemeters in de bergen en het gaat moeizaam, maar de altijd enthousiaste kinderen onderweg zorgen ervoor dat we vrolijk blijven en terug ‘Hello‘, ‘Good morning‘ en ‘How are you?’ roepen. Als één kind ons ziet vanuit een huis, boom, rivieroever of klaslokaal, volgt er een explosie van gelach en geroep. Inclusief hele groepen die de weg op rennen en achter ons aanrennen om een high five te geven. Ongelofelijk, onbeschrijfelijk!
De hutjes en de omstandigheden waarin ze leven zijn ook onbeschrijfelijk. Mensen wassen zich bij de gemeenschappelijke waterfontein langs de kant van de weg. Ouderen zitten op de grond op een klein houtvuurtje te koken en de kippen, varkens en koeien rennen ertussendoor. Een moeder met wel heeeeel veel kinderen (we tellen er minstens 7 van ongeveer dezelfde jonge leeftijd), geven we tandenborstels en en wat stukken zeep. Ze lijkt dankbaar.





Net voordat we in de grotere stad Oudomxay zijn, zien we een koffiezaakje verscholen bij een tankstation. Het lijkt gesloten, want er brandt geen licht binnen en we zien niemand, maar toch is het open. De eigenaresse bereidt de meest lekkere koffie tot nu toe in Laos. Een gelukje op het einde van deze zware dag.
Bij een pension in Oudomxay stoppen we en ze hebben nog een kamer beschikbaar voor 80.000 kip, oftewel € 4,50. De fietsen mogen in de kamer. Helaas werkt de douche niet en verhuizen we naar een andere kamer. Daar trekt de wc niet door, maar met een beetje zelf prutsen in de stortbak krijgen we er water in. Voor € 4,50 moet je dus wel een beetje loodgieter zijn.
We zijn, op een groepje Fransen na, de enige buitenlanders op de avondmarkt in Oudomxay. En we worden uitgebreid, van top tot teen, geanalyseerd. Een beetje ongemakkelijk lopen we langs de kraampjes met eten. Het ene nog bizarder dan het andere. Tongen, oren, vreemde glibberige dingen en zwartgeblakerde stukken vlees, waarvan de herkomst onzeker is. Het meisje achter het kraampje denkt dat we 4 stuks willen, maar we bedanken snel. Er wordt hier geen woord Engels gesproken. De tafelmanieren van de Laotianen zijn ook ietwat anders dan we gewend zijn. Al het afval (servetten, eierschalen, kluiven, …), wordt op de grond gegooid, naast de tafel. We snappen het niet goed, maar het lijkt hier de normaalste zaak van de wereld. We eten iets wat eruit ziet als een kipcorn, maar het blijkt een koud worstje gevuld met kaas. We hopen dat het er nog niet de hele dag lag…
Als Eloy nog 2 pannenkoeken gaat halen, valt in het hele stadje de stroom uit. Er blijkt ergens een grote brand te zijn. Met kaarsen en noodlampjes eten mensen verder alsof er niets aan de hand is. Vlak voor middernacht, als we ons bed inkruipen, is de stroom weer terug. De nacht verloopt wat onrustig. Kraaiende hanen zijn overal, maar dan ook echt overal in Laos! Het water drupt ergens en regelmatig horen we luid gerochel van op straat. Om 5.30u begint iemand in de kamer boven ons te praten. Maar later vallen we weer in slaap. Gelukkig hebben we geen muizen gezien, op de dode, die Audrey achter het bed heeft ontdekt, na…
Via een blog ontdekken we dat het Rode Kruis hier in het stadje een sauna en massagesalon heeft. We snappen de connectie niet helemaal, maar de ambulances staan inderdaad naast de sauna. We zijn de enige toeristen, dat is duidelijk. Voor omgerekend net geen €4 krijgen we een massage van een uur en toegang tot de sauna. Deze is primitief, maar wat een ervaring!
Terwijl Eloy de sauna in gaat, krijgt Audrey eerst haar massagebehandeling. Ze is een beetje nerveus. Er ligt een matras op de grond en het gordijntje gaat dicht. Een benauwende walm van tijgerbalsem, pepermunt en kamfer hangt in de ruimte. De masseuse begint bij de voeten en het kietelt nogal, daarna leunt ze met haar hele lichaam op Audrey’s nog stijve en pijnlijke bovenbenen. Even later komt Eloy ernaast liggen. Audrey krijgt bijna de slappe lach als Eloy vreemd opkijkt hoe de vrouw zijn tenen er bijna aftrekt.
De sauna zelf bestaat uit 3 hokjes van hoogstens 1,5 bij 1,5 meter. Het is er heet en vochtig. De vrouw tegenover Audrey begint te praten maar ze kunnen elkaar natuurlijk niet verstaan. Ze beeldt uit dat ze een handdoek over haar gezicht en hoofd moet binden. Het ziet er nogal komisch uit, maar 2 seconden later staat ze op, pakt Audrey’s handdoek en wikkelt die om haar gezicht. Zo moet het dus. Buiten het zweethok staan mensen zich in te smeren met jawel ‘Dutch’ yoghurt en worden stenen gebruikt om over het lichaam te schrapen. Ook gaat er af en toe een bundeltje kruiden de sauna in. Voordat Audrey er erg in heeft komt een vrouw naast haar zitten, zegt ze iets met het woord ‘falang’ (buitenlander) en tovert ze haar selfiecamera tevoorschijn. We zijn het ondertussen gewend in zowat elke omstandigheid. Wat een saunabeleving!



Dan is het tijd om verder te fietsen richting Muang La. De weg ernaartoe is rustig en loopt langs een rivier, zonder al te grote bergen. Onderweg komen we door enkele kleine dorpjes, die vooral leven van wat er uit de rivier wordt gehaald. We zien hoe pepers worden gedroogd, vis wordt verkocht en hoe het wier uit de rivier wordt gehaald en gedroogd. Ook rijden we langs een grote smeulende vuilstortplaats. De stank is amper te beschrijven, maar het is helaas de realiteit. Er bestaan buiten de grotere steden vaak geen vuilophaaldiensten en met de economische groei neemt ook de hoeveelheid afval en vooral plastic in rap tempo toe. De verwerking kan niet volgen en veel mensen verbranden het dus zelf met alle gevolgen van dien of het belandt in de natuur, rivieren en uiteindelijk ook in de voedselketen.




In Muang La zoeken we een plek om te overnachten. Eén van de 3 pensions is gesloten en we zien meteen waarom. Nog maar enkele maanden geleden is er een grote overstroming geweest. De rivier heeft alles langs de oevers verwoest, inclusief het pension, andere huizen en agrarische grond. Overal liggen nog grote stukken puin.
Als we bij het pension op de grote weg gaan kijken, krijgen we een niet al te propere kamer met een stinkende badkamer. In Laos is het vrij gebruikelijk dat de sifon van de afvoer niet is aangesloten, of half. Dus zodra je de wasbak gebruikt (als de kraan werkt), klettert het water en de tandpasta op je voeten. Er is geen warm water, maar een andere kamer heeft een te smerige badkamer waar we wel warm kunnen douchen met een waterslang. Ogen dicht en snel wassen is de boodschap 😉
Vervolgens gaan we op zoek naar avondeten. We lopen een stuk over de enige weg en er zijn 2 huizen met eettafels aan diezelfde weg. Het communiceren lukt ons niet goed, het enige wat er wordt gemaakt is bezaait met vliegen en iets waar onze maag zich van omdraait. Als we terugkeren heeft Eloy zijn hoop op een ander restaurantje gevestigd, dat volgens de kaart 400m verderop ligt. Audrey gelooft er niks van en gaat naar de kamer om de ‘reserve’ instant noodles te zoeken. Dan belt Eloy: het restaurant bestaat echt en ze hebben gebakken rijst! Verwonderd komt Audrey aanlopen. Even later komt de gouverneur langs en vraagt waar we vandaan komen. Hij heet ons welkom in zijn dorp. De wandeling door het dorp is trouwens ook interessant. Ouders die hun kinderen roepen om naar de ‘falang’ te kijken en zwaaien; gelach en geroep overal. Een vrolijke, soms ietwat ongemakkelijke aandacht.

De laatste stop in Laos is in Muang Khua. Dit is het laatste grotere dorp voor de grens met Vietnam. Er zijn een aantal toeristen te zien, maar zonder dat het toerisme het dorp heeft overgenomen. Op kleedjes op de grond worden de ratten tussen de groenten verkocht, grote vissen zwemmen in tonnen op de markt en kinderen spelen op de oevers van de rivier. Een man is bezig zijn houten boot te bewerken en een visser probeert zijn zoon het vissen bij te brengen. We blijven er een paar dagen om plannen te maken voor Vietnam, het visum te regelen en het zijn rustige dagen van reflectie en bezinning.









Dan vertrekken we weer, eerst 20 km bergop. Opnieuw is er een invasie van kinderen die ons van veraf al zien aankomen. Zij glimlachen, wij ook. Opeens horen we geroep uit de vallei, waar de rivier doorheen stroomt. Even later zien we een groep mensen vrolijk zwaaien en roepen vanuit de rivier. Ze hadden ons eerder gezien dan wij hen. We zien dat de vrouwen bezig zijn om wier uit de rivier te verzamelen. De kinderen hebben de grootste lol in het water.
Als we even later stoppen om wat water te drinken in de schaduw van een houten hutje komt er een man op ons af gelopen (zie de eerste foto hieronder). Communiceren met woorden lukt niet, hij kan mogelijk niet lezen of schrijven, maar hij inspecteert de fietsen eens grondig en gaat dan naast ons zitten in het gras. Hij glimlacht de hele tijd, meer hoeven we elkaar niet te vertellen. #universallanguage




Ook onze laatste dag in Laos is opnieuw een bergetappe, maar dat gaat goed omdat het koel is. Vroeg vertrekken betekent fietsen boven de wolken, als de zon zich nog achter de bergen verschuilt. De grenspost ligt bovenop een berg. Als we boven zijn is het net lunchpauze voor de douaniers. Dus we besluiten zelf ook maar te lunchen. Na anderhalf uur fietsen we plots door een prachtige niemandsland naar Vietnam. Een nieuw land brengt altijd een gezonde spanning en zin om te ontdekken met zich mee. De laatste dagen in Laos zijn een goede oefening geweest voor het meest bergachtige landschap in Zuidoost-Azië: Noord-Vietnam.


Een land dat schitterende uitzichten, natuur en bergen heeft, maar tegelijkertijd ook enorm worstelt met armoede. De nauwe relatie die veel mensen hebben met de natuur is iets waar wij ons nog weinig van kunnen voorstellen. Veel mensen op het platteland zijn afhankelijk van de natuur voor hun eerste levensbehoeften: de rivieren, de bossen, de landbouwgrond. Om vuur te maken om te koken of zich te warmen, planten te verzamelen om te eten of dingen te maken (zoals daken, meubels, manden en boten). De rivieren zijn een wasplaats, maar ook gevuld met vis en wier. Bijna elk huishouden heeft nog kippen, varkens of koeien. Of een stukje rijstveld voor eigen gebruik of om een klein inkomen te genereren.
Maar we hebben ook de enorme uitdagingen ervaren met afvalverwerking, afval in de natuur en rivieren. En hoe fragiel de natuur is in een groeiende economie. Ontbossing en het verbranden van stukken land en afval zijn, voor de armere boeren met een gebrek aan middelen, vaak de enige manier om land te kunnen bewerken. De gezondheidsproblemen die hiermee gepaard gaan zijn een fractie van wat wij gewend zijn. De lucht is regelmatig gevuld met een dikke mist en leidt tot ademhalings- en andere gezondheidsproblemen. In februari en maart worden grote stukken land tegelijk in brand gezet, waardoor 20x de toegestane waardes van fijnstof in de lucht wordt bereikt. De rivieren met een lage waterstand, waterkrachtcentrales die als paddenstoelen uit de grond schieten en plotselinge overstromingen, zorgen voor het dichtslibben van een andere belangrijke levensader. Hoe de toekomst van Laos eruit ziet met de gigantische investeringen en verborgen leningen van China is gissen. Denk hierbij aan een hogesnelheidslijn van ‘de Nieuwe Zijderoute’ tussen China en de hoofdstad van Laos en hydro-elektrische dammen die tot een ecologische ramp kunnen gaan leiden. Maar dat de meeste mensen hier niet van profiteren en toch ongelofelijk veerkrachtig zijn is een understatement.
Liefs van Eloy en Audrey


Comments (1)
Lieve kids, wat een avontuur. Niet altijd makkelijk, soms zorgelijk maar een geweldige ervaring. Zoveel bijzonder ontmoetingen met kinderen en volwasenen. Zoveel gastvrijheid. Jullie reis waar jullie zo lang naar verlangd hebben. Ben mega trots op jullie. Prachtige mensen. Liefs mam.🥰