



Welkom in het land van de nomaden en de bergen. Maar liefst 94% van Kirgizië bestaat uit berglandschap met pieken die tot boven de 7000m reiken en eeuwig bedekt zijn met sneeuw! We kijken onze ogen uit en geen dag is hetzelfde. Vlak voor de winter trekken nomaden uit de bergen naar het laagland, vee wordt te voet of te paard naar lagere vlaktes gebracht. We arriveren in oktober, net voor de winter zijn intrede doet en hierdoor eindigen we vaak in grote kuddes schapen, koeien of paarden. Vlees is de basis van alle gerechten en dit wordt aangevuld met aardappels, uien, wortels, en brood. Een maaltijd zonder brood is geen maaltijd ;). De Stan-landen hebben historisch gezien veel gemeenschappelijk, maar toch merken we ook verschillen. Kirgiezen zijn meer terughoudend in contact, maar als ze je eenmaal een beetje leren kennen minstens zo enthousiast als de Oezbeken. De vriendelijke glimlach is ook hier volop aanwezig en veel oudere mannen dragen vol trots een Kalpak, een vilten hoed. Eloy verlaat Kirgizië met maar liefst 3 hoeden in zijn fietstassen. Wat dat betreft is Kirgizië voor ons één van de hoogtepunten (letterlijk en figuurlijk)…


We steken de voetgangersgrens over vanuit Oezbekistan. Er mogen hier geen auto’s de grens over, maar fietsen gelukkig wel. We wisselen nog snel even het laatste Oezbeekse geld om bij één van de straathandelaren die het hardste roept. Ondertussen schakelt het groepje wisselaars een Engelse hulplijn in via de telefoon, die ook zeer beperkt Engels spreekt. Het wordt niet aangeraden, maar er zijn hier geen officiële wisselkantoren, dus we moeten het spelletje meespelen. Aan de Oezbeekse kant gaan alle fietstassen door de scanner, dan sluiten we aan bij de rij aan de Kirgizische kant. Plots worden we voorgetrokken door één van de douaniers. We voelen ons weer een beetje beschaamd, want we kunnen net als de rest gewoon wachten, maar tegenstribbelen doen we maar niet.
Onderweg naar het eerste echte dorpje, fietsen we een weg langs de grens. Wat een verandering in landschap nu al! De bergen komen al in zicht. Plots staat er een auto langs de weg en de man houdt ons aan. Hij vraagt of hij een foto mag maken. Van ons, maar ook van hemzelf op de fiets. ‘Daar gaan we weer’, denken we. Is Kirgizië net zo’n ‘selfieland’ als Oezbekistan? Het blijkt echter een verdwaalde Rus te zijn en hij wilt ons zelfs wat ‘lunchgeld’ geven voor de foto. Later merken we dat de Kirgiezen meer ingetogen zijn en zelden voor een foto vragen. Het is soms wel verwarrend (en gevaarlijk) op de weg, zeker in de bergen. Sommige auto’s hebben het stuur links zitten, anderen rechts.
De eerste dagen in een nieuw land zijn altijd wel een beetje spannend. Nieuwe taal, gebruiken, geld, eten, verkeersregels, andere cultuur, meer bergen, het weer, etc. Net als in Iran gaat het ook nu niet zonder slag of stoot. Eloy heeft 40 graden koorts en zegt dat hij het koud heeft. Het blijkt opnieuw een voedselvergiftiging te zijn. We stellen onze verdere tocht even uit en 2 dagen later zijn de krachten grotendeels hersteld en kunnen we alsnog de bergen in voordat het te koud wordt. Elke dag daalt de temperatuur een paar graden. We voelen dat de winter op de loer ligt!


We vertrekken richting de Ala-Bel bergpas, die we in 5-6 dagen zullen bereiken. De hoogste bergpas die we tot nu toe gefietst hebben. Het is in het laagland nog heet (32°C) en de hellingen zijn zwaar. Het uitzicht maakt dit echter goed, de bergen en het turquoise water van de Naryn rivier zijn betoverend! Na 65 kilometer komen we op de laatste helling een kiezelpad naar het water tegen waar enkele bomen staan. We dalen af en het lijkt een goede kampeerplek, uit het zicht van de weg. Er staat alleen een auto zonder bestuurder. Zullen er nog mensen komen? Onze theorie is dat het waarschijnlijk de auto is van iemand die aan de overkant van het water woont. Er branden daar een paar lampjes. Hopelijk komt er niemand vannacht. We nemen een bijna-plons in het heldere water, wassen de kleren en zetten de tent op. Dan smullen we van de noodles met bonen en een chocoladekoekje als toetje. Het wordt rond 18.00u alweer snel donker, Audrey schiet nog wat foto’s van de sterrenhemel en ziet een vallende ster. Ze doet een wens en dan gaan we naar bed. Eloy hoopt dat ze wenst voor geen indringers, want elk geluid stelt onze zintuigen op scherp. Gelukkig zijn we moe en vallen we toch redelijk snel in slaap.








Wakker worden met de rivier en bergen als uitzicht is een van de mooiste dingen op deze reis. We zetten koffie, ontbijten en pakken weer in. Vandaag zullen we maar 25 kilometer fietsen, dus het wordt een relax dagje. Totdat we bij een pauzeplek erachter komen dat we geen enkel recht stuk fietsen en de grootste bergpas nog komt. Met bloed, zweet en tranen komen we ook die te boven en we nemen een hotelkamer. Even vooruit plannen voor de komende dagen.


We merken dat onze benen het zwaar hebben en we kruipen vooruit over de bergen, maar ook nu blijven de uitzichten spectaculair! Elke hoek, elke draai is anders en lijken we te fietsen in een bijna onvoorstelbaar landschap. Plots kijken we uit over een gigantisch reservoir omgeven door bergen: Toktogul reservoir. We rollen naar beneden en zien het meer in de verte steeds groter worden. Eenmaal beneden hebben we een paar slaapopties. Een hotel, maar dat blijkt in nogal vervallen staat lezen we. Verderop zou een hostel liggen, maar daar is de poort gesloten. We bellen het nummer dat onze navigatie aangeeft en de man vraagt via WhatsApp te communiceren omdat hij geen Engels spreekt. We horen niets terug, dus gaan nog wat verder naar onze laatste optie. Kamperen lijkt niet echt een optie hier, er is geen goede weg naar het water en verder zijn er niet veel beschutte plekken. Dan horen we van het ‘hostel’ terug dat ze ons als gast accepteren en fietsen we opgelucht terug. Als we het riante erf betreden, worden we in een vrij primitief huisje door een hartelijke jonge vrouw verwend met kersensap, eieren en cakejes. Later komen we erachter dat dit hun zomerhuis is en dat ze van plan zijn om er een hostel bij te maken. De man houdt zich bezig met vissen en met het onderhoud van het gigantische perceel met fruitbomen. We waren dus wat vroeg met aankloppen, maar dat vonden ze alleen maar geweldig. Het zijn namelijk zelf ook reizigers en we kletsen heel wat af met behulp van Google Translate. Stromend water is er echter niet dus met een emmer wassen we ons met een fantastische zonsondergang en uitzicht op het meer. Jep, ook geen badkamer dus! Vervolgens genieten we van de gevangen forel. Opnieuw uit onverwachte hoek een geweldige ervaring.





Na een ontbijtje met friet, ei en scones gaan we een beetje laat weer op pad. Soms stoppen we om de prachtige bergen vast te leggen bij het meer, dan weer om te drinken of te eten. Want we zweten liters. In het dorp Toktogul nemen we een rustdag. Midden in de nacht worden we gewekt door één van de gasten die in het gangpad zit te zingen! Tenminste dat denken we. Als Audrey hem vriendelijk wil verzoeken dit elders te doen, ziet ze dat de man aan het bidden is en draait ze snel terug naar onze kamer. Andere gewoontes…




Na het ontbijt zijn we goed vertrokken en rijden we in een aardig tempo richting de Ala-Bel Pas, welke 3175m hoog is en maar liefst 63 km bergop fietsen betekent. We worden al zenuwachtig bij de gedachte, maar omwegen zijn er niet. Het zal de komende dagen flink afkoelen van vandaag 26°C (3°C ‘s nachts) tot drie dagen later op de top 4°C (-4°C). Maar hiervoor slepen we al maanden onze winterspullen mee. Als we eenmaal aan het begin staan, komt er een ander fietskoppel met een grote glimlach naar beneden rijden. We weten dat het een opgave wordt en we hebben een wildkampeerplek op het oog die op 2440m ligt, na 53 km. We doen rustig aan en nemen elke 5 km een korte pauze tussen het prachtige gebergte en de rivier in. Enkele chauffeurs steken brood en appels uit hun raam naar ons uit. Hoewel het nog altijd zweten blijft vandaag, gaat het ons beter af dan verwacht. Na 3 kuddes dieren op straat te hebben gepasseerd, honderden vrachtwagenchauffeurs te hebben begroet, een bepakte fietser uit Kirgizië hebben ontmoet en 5 honden te hebben afgeweerd, komen we rond 18.00u aan op onze bestemming. De laatste 5 km is afzien tot het gaatje, en de zon zakt al achter de bergen, dus het wordt razendsnel koud. Een plateautje net achter een kleine heuvel, beschut genoeg van de straat, is het restant van een yurt. De nomaden verlaten in de winter de bergen met hun dieren en ook de yurts worden dus afgebroken. De wc’s blijven staan, dus we vinden een prachtig exemplaar voor ons alleen. Aan wc-hokjes trouwens geen gebrek in de bergen hier, her en der verspreid zijn ze te vinden in het verder desolate landschap. Enkele herders hebben de bergen nog niet verlaten en komen even poolshoogte nemen. We kleden ons dik aan, zetten de tent vliegensvlug op, slaan de douche over, maken eten met bevroren handen en duiken vervolgens de tent in om het eten op te eten. De wind maakt het steenkoud. We hebben geen bereik met onze telefoons, dus die gaan snel weer uit en we besluiten nog een keer de kou in te duiken om de sterren en de Melkweg te bekijken.






We worden wakker, niet wetend of we nu zweten of dat het de kou is die we voelen. Met enige tegenzin kruipen we uit onze slaapzakken. Audrey heeft allerlei absurde dromen gehad, wellicht een effect van de hoogte, maar al met al hebben we verder goed geslapen. We genieten extra van de warme koffie, want het is nog koud totdat de zon boven de bergen uitkomt. We vullen we onze drinkflessen met ijskoud water bij een beek. Vandaag moeten we nog 12 km tot de top, de laatste zware loodjes! Per toeval komen we erachter dat we een deel van onze gereedschapstools voor de fietsen zijn vergeten in één van de eerdere dorpen. Nu maar hopen dat we geen lekke band krijgen in ‘the middle of the mountains’, want fietswinkels hebben ze hier in de wijde omgeving niet.


We ploeteren verder de berg omhoog. Vijf kilometer voor de top stopt een vrachtautootje midden op de weg, we snappen eerst niet goed waarom, maar hij wijst naar zijn lege laadbak. Hij gebaart dat de berg te steil omhoog is en vraagt of we achterin willen. Na een twijfel van Audrey en een duidelijk ja-geknik van Eloy laden we de fietsen in. De man geeft nog wat kruimels van een cakeje mee en maakt duidelijk dat hij eerder al een keer een fietskoppel heeft meegenomen. Vanuit de laadbak wordt de eerste sneeuw op de omringende bergtoppen zichtbaar. Vijf minuten later staan we op de top te bedenken dat we zelf waarschijnlijk meer dan een uur over de laatste 3 km zouden hebben gedaan! Het waait superhard en we doen alle jassen aan die we hebben.



Daarna is het afdalen geblazen en dat belooft koud te worden. Alsof we op scooters zitten rollen we bijna geluidloos de berg af en hoeven alleen te remmen. Langs beide kanten zien we besneeuwde bergtoppen. Gedurende de dag worden we een beetje zenuwachtig van de donkere wolken die steeds zwarter worden en het feit dat de beoogde slaapplek gesloten is. Onze telefoons hebben nu weer bereik dus we zoeken op de kaart naar een alternatief. Er is een yurtkamp 10 kilometer verderop en we besluiten even te bellen. Hoewel ze niet open zijn (het seizoen is voorbij, de winter begint) hebben ze een kleine kamer waar we kunnen overnachten met onze slaapzak. We wassen ons met een teiltje koud water en drinken thee in een yurt. De gastvrouw biedt ons een traditionele drank aan, genaamd koemis. Het blijkt gefermenteerde paardenmelk te zijn en zou de maag reinigen. Sommige Kirgiezen drinken het zelfs 3x per dag! Als we voorzichtig een sip nemen, laten we het toch maar staan. Het ruikt naar vergane wijn en we schatten in dat onze maag dit niet kan verteren. Laat de letterlijke reiniging maar zitten… De vrouw geeft nog aan dat verse koemis misschien lekkerder is, want dan is hij nog niet zo sterk. Hoe later in het seizoen, hoe sterker de drank wordt.











Nieuwe dag, nieuwe uitdaging: bergpas Too-Ashuu, weer boven de 3000m en met een tunnel met een nogal slechte reputatie. Onder aan de pas wonen een aantal families met veel kinderen in gekleurde caravans. Ze verkopen allemaal gedroogde kaasballen, die we helaas niet lusten (bleek in Iran). Dan volgt de ene steile haarspeldbocht na de andere en eigenlijk zijn onze benen leeg van de dagen voordien. Op de top is er een 3 km lange tunnel uit de jaren ’60. Het is verboden om er doorheen te fietsen, vanwege de uitlaatgassen die zich ophopen, onvoldoende ventilatie, slechte wegconditie en slecht zicht. Hij staat dan ook bekend als ‘Tunnel of Death’! In 2001 kwamen verschillende bestuurders om het leven ten gevolge van koolstofmonoxidevergiftiging nadat ze vast kwamen te zitten in de tunnel door een ongeluk.



We hopen dus op een lift van een pickup-wagen, deze rijden normaal overal rond. Juist vandaag komen we er geen enkele tegen. Althans, niet in de juiste richting. Met knorrende magen stoppen we om te lunchen. Terwijl we ons brood aan het smeren zijn, stopt er plots een pickup-wagen en stappen drie mannen uit die foto’s van de weg aan het nemen zijn. Eloy ziet zijn kans en sprint er naartoe. Hij heeft geluk want we mogen mee en ze helpen om de fietsen in te laden. Eén van de mannen geeft zijn telefoon, het is zijn zoon aan de lijn. Hij spreekt beter Engels en vertelt ons dat het wegingenieurs zijn en ze elke vijf minuten moeten stoppen om een foto van de wegconditie te maken. Geen probleem voor ons, we zijn allang blij dat we de tunnel kunnen mijden en de top bereiken. Als we eenmaal weer naar beneden gaan, zien we een compleet ander landschap tevoorschijn komen. Veel groen, veel dieren op de weg en prachtig kleurend gesteente. Schitterend!



We fietsen naar een oud Sovjet-hotel waar de prijzen wel modern zijn. Voor het eerst in een aantal dagen hebben weer een douche, draaien een was en gaan uiteten. Dat voelt als luxe! Het restaurant blijkt echter een halve discotheek, want tussen de gangen van de andere gasten door, gaat het licht uit, draait een DJ keiharde muziek en gaan de mensen helemaal los. Waar zijn we nu terechtgekomen?! Dit zijn we niet meer gewend. Bijna doof maar vermaakt door het fenomeen (dat later heel gebruikelijk in Kirgizië blijkt te zijn), keren we terug naar ons stapelbed 🙂
De volgende dag fietsen we over vlakke wegen richting Bishkek, de hoofdstad van Kirgizië. Vlak voor Bishkek stoppen we bij een weeshuis dat door een Amerikaans koppel wordt gerund. We lazen erover op iOverlander (een app voor kampeerplekken) waar ze eenieder uitnodigen om langs te komen. Bij het arriveren worden we door enkele kinderen in vloeiend Engels begroet. Binnen worden taco’s bereid. Het Amerikaanse echtpaar en hun kinderen heten ons hartelijk welkom en tijdens het eten delen we vele verhalen met elkaar. We zijn de hele avond zoet met spellen, film en gesprekken. De kinderen zijn wees of hun ouders zijn vaak vanwege allerlei problemen niet in staat om voor hen te zorgen. Op dit moment zijn er rond de 20 kinderen van alle leeftijden.
Ook zijn er een aantal mensen uit Rusland die via Mexico naar de VS willen trekken, inclusief een heel gezin met jonge kinderen. We ontmoeten ontzettend veel Russen in Kirgizië. Ze zijn Rusland ontvlucht vanwege de recente oproep dat Russische mannen zich moeten melden aan het front voor de oorlog met Oekraïne. Als we het gesprek aangaan, merk je hoe zeer het land wordt beheerst door valse berichtgeving en propaganda. Een deel van de bevolking wil zich hier van losweken maar weet ook dat er geen weg terug is.



De dagen erna proberen we uit te vogelen hoe we in Zuidoost-Azië komen, gezien China nog altijd de grenzen gesloten houdt. We plannen een globale route en besluiten door Kazachstan te fietsen. Tussendoor worden we door de kinderen gevraagd mee te doen met spelletjes of gewoon om te praten. We eten gezamenlijk en waar mogelijk proberen we een handje te helpen. Audrey voegt zich bij de kookploeg en de kinderen leren haar hoe ze heerlijke pizza’s moet maken. We maken er een stuk of 20 in totaal. Eloy zoekt fietsgereedschap in de garage, gezien we deze gaandeweg verloren zijn. We spelen basketbal, leren de kinderen het kaartspel ‘Pesten’ en luisteren naar de bijzondere verhalen van Allen, de eigenaar van het weeshuis. Het waren intense maar mooie dagen, die ons deden stilstaan maar ook groeien. We bedanken Allen en vertrekken na 3 dagen naar Bishkek. Eén van de jongemannen fietst nog een stuk met ons mee. We delen nog wat snacks, drinken op zijn advies de beste energydrank van Kirgizië en dan nemen we echt afscheid. We rollen door naar Bishkek.

In Bishkek verblijven we bij een gezin met drie zeer energierijke jongetjes. We worden bij aankomst gevraagd om binnen een uur mee te gaan naar een verjaardagsfeest van een nichtje, want hoe meer zielen hoe meer vreugd! De hele familie is aanwezig en één voor één geeft ieder een speech voor de jarige. Ook wij moeten eraan geloven en we krijgen het ene gefrituurde gerecht na het andere. Er zijn van die dagen dat je echt tsjokvol zit met eten…

De volgende dag krijgen we te horen dat een man het achtergelaten fietsgereedschap vanuit een guesthouse in Toktogul heeft meegenomen naar Bishkek, dus dat gaan we ophalen en we bezoeken Bishkek. Gelukkig hebben we in de tussentijd geen lekke banden gehad :). Bishkek heeft een vrij korte geschiedenis, veel grote groene parken, 2 gigantische bazaars en veel gebouwen en standbeelden die herinneren aan de Sovjettijd. Op Victory Square bezoeken we het monument met de ‘eeuwige vlam’. Het monument beeldt een vrouw uit die wacht op de terugkeer van haar partner. Ze staat onder een ‘tynduk’, het dak van een yurt. De tynduk is ook het symbool op de vlag van Kirgizië, een belangrijke verwijzing naar de nomadische cultuur.












Bij het gezin thuis zijn de jongens dolenthousiast met de bellenblaas die we ze geven. Een paar minuten later ligt er overal zeepsop… Aan het eind van de dag geeft Nargiza, de moeder van de drie, Eloy een traditioneel geschenk: een Kalpak. Het is een traditionele hoed voor Kirgizische mannen en betekent letterlijk ‘vilten hoed’. Hij wordt vooral gedragen bij speciale gelegenheden, maar je ziet hem ook in het dagelijks leven. Hij zit vol symboliek. De vorm herinnert aan de besneeuwde bergen van het land. De 4 zijden staan voor de elementen lucht, water, vuur en aarde. Ook wordt een Kalpak vaak versierd met verschillende ontwerpen die de persoonlijkheid van de eigenaar en het erfgoed van Kirgizië weergeven. Er zijn meer dan 80 verschillende variaties én er zijn zelfs bushaltes in de vorm van een Kalpak (zie de foto bovenaan de blog). De Kalpak staat ook op de UNESCO-lijst van immaterieel erfgoed. Dat jullie het even weten!


De fietsroute uit Bishkek is niet de mooiste van het land en er is veel verkeer op de weg (dat geldt trouwens voor alle routes uit hoofdsteden). In de eerstvolgende grotere plaats, Tokmok, is het Sovjet verleden duidelijk merkbaar. Meerdere vliegtuigen (o.a. op een rotonde) en andere voorwerpen van vergane glorie lijken willekeurig te zijn neergezet. Aidin, een jongeman die net is begonnen als Software Engineer en nog bij zijn ouders woont, verwelkomt ons in vloeiend Engels. Zijn driejarig zusje is verlegen maar al snel wil ze alleen maar spelen, spelen en spelen. Aidin’s ouders spreken geen Engels, maar willen graag toch van alles weten. Op hun advies bezoeken we de volgende dag de Burana toren die 10 km verderop ligt.






De Burana toren is een 11e-eeuwse minaret die deel uitmaakte van een moskee. Eén van de oudste in zijn soort in heel Centraal-Azië en omgeven door het gigantische Tian-Shan gebergte. Dit gebergte is meer dan 2500 km lang, doorkruist verschillende landen en veel fruitsoorten vinden er hun oorsprong. Beiden, zowel de Burana toren als het Tian-Shan gebergte zijn UNESCO werelderfgoed. Als we terug fietsen naar Tokmok rijden we langs talloze aardbeienvelden. Een truck rijdt langs en steekt een puntzak naar Eloy uit. De man glimlacht en rijdt verder. Hij blijkt ons net de zoetste aardbeien ooit te hebben gegeven!





Vanavond koken wij voor de familie van Aidin. En wat is er origineler dan hutspot met appelmoes? En laat aardappelen, wortelen en ui nou net datgene zijn wat je overal, en vaak ook als enige, in Kirgizië krijgt. Audrey raakt verdwaald in de te grote supermarkt, koopt iets wat op rookworst lijkt, maar appelmoes hebben ze niet. Dus die maken we zelf. Na een klein uurtje is ze weer buiten terwijl Eloy de voorbijgangers uitleg geeft over de reis. Thuis helpt de moeder van Aidin mee met snijden, ze kijkt raar op als ze de zoete appelmoes bij de hartige hutspot op het bord ziet. De familie is het erover eens dat het een rare maar lekkere combinatie is. Het overschot belandt zelfs als vulling in het gefrituurde deeg dat hier als ontbijt gegeten wordt!
De volgende ochtend vertrekken we heel vroeg, samen met Aidin en een paar vrienden, voor een hike naar bergmeer Köl-Tör. De route is steil en onderweg verzamelen we sprokkelhout voor een kampvuurtje om lunch te bereiden. Onze spieren zijn overduidelijk alleen maar gewend om te fietsen… Het meer is prachtig, ligt op 2700m hoogte en heeft een onvoorstelbare kleur. Onderweg komen we yurts, wilde paarden en prachtige uitzichten tegen. Audrey kijkt al sinds het begin van de reis uit naar sneeuw en nu komen we aardig in de buurt. Voldaan en uitgeput keren we terug naar het huis van Aidin. We zijn hem ontzettend dankbaar dat hij ons meenam op deze hike, het was onvergetelijk!
















Als we ‘s avonds hebben gegeten begint het gastgezin met het pureren, koken en inmaken van honderd (!) kilo tomaat met knoflook, peper, paprika, wortel en nog veel meer. We helpen een handje en Audrey mag het Sovjet gereedschap van Aidin’s vader gebruiken voor het pureren van de tomaten. Alles met de hand en het is een gezellig drukke bedoening in de piepkleine keuken! Dan begint Aidin’s moeder met het snijden (nog niet eens koken!) van pepers en iedereen begint als een malle te hoesten. Ramen en deuren worden opengezet, maar de scherpte blijft nog lang hangen. Ondertussen stroomt het Russische gedachtengoed de eetkamer binnen via de televisie. Aidin geeft aan dat hij vindt dat z’n ouders niet naar deze zender moeten kijken. Maar zij zijn nog van de oudere generatie, die hier dus vaak anders over denkt.
Op een gigantische pan wordt buiten op houtvuur de tomatensaus gekookt. Na de bereiding moet er natuurlijk geproefd worden, maar het is zo pittig dat we een bakje delen en voor het tweede bedanken. De rest wordt bewaard voor de winter, want dan is er veel minder groente te krijgen. Daarna kunnen we vredig slapen op de bank in de woonkamer, maar niet voordat we een afscheidscadeautje overhandigd krijgen. Een tweede Kalpak voor Eloy en een doek voor Audrey.



De volgende dag kunnen we niet meer normaal lopen van de spierpijn, maar als we op de fiets zitten valt het mee. Stoppen bij stoplichten of afstappen is een ander verhaal… Na een aantal dagen bij families en enkele Sovjet-style hotels, gaan we weer wildkamperen! De eerste dag onder aan een berg, met een warm kampvuur, want het is koud. De weersvoorspelling zegt dat het niet zal vriezen vannacht, maar onze neus zegt dat het kouder is. Als in de ochtend al onze waterflessen bevroren zijn en de tent een ijslaagje heeft weten we genoeg. We wachten tot alles ontdooit en opgedroogd is en beginnen dan aan de klim naar boven. Bovenaan de top is een familie aan het lunchen en voordat we de top nog maar bereikt hebben komt één van hen op ons af en nodigt ons uit om wat mee te pikken. Ze komen uit Kazachstan en geven aan dat men er, net als in Kirgizië, van gasten houdt. Dat belooft dus nog wat. Als we over onze reis hebben verteld, een glaasje cola op hebben (de wodka hebben we 3x vriendelijk geweigerd) en bij de toast gespeecht hebben, krijgen we nog water, brood en koekjes mee. Dan rollen we de berg af opzoek naar een nieuwe kampeerplek. En terwijl we dat doen, heeft een wilde kameel ons in de gaten gekregen en wij hem! We zetten in recordtijd ons tentje op, want het wordt nog sneller donker in de bergen. In de nacht worden we gewekt door de stevige wind die is komen opzetten. We hadden erover gelezen, dat het hier ontzettend hard kan waaien vanuit het niets. Gelukkig staan we beschut tussen een paar boompjes.










Na een lange maar ontzettend mooie rit terug naar de bewoonde wereld stoppen we langs de weg om naar de lokale supermarkt te vragen. Een andere voorbijganger komt erbij staan en wijst ons de weg. Als we bij het winkeltje staan, wat niet meer is dan een toonbank met wat spulletjes erop, zegt hij dat we naar zijn huis moeten komen om zijn gast te zijn. Eloy krijgt direct een derde Kalpak en we worden ook geacht te overnachten. Gisteren was er een bruiloft in de familie en er is nog zoveel eten over dat we meteen moeten eten. Vervolgens vraagt hij of we de tuin en hun dieren willen zien en of we al eens kamelenmelk hebben gedronken. We lopen mee en daar liggen 3 kamelen in de stal. We zien hoe Zohra de kameel op liefdevolle wijze, gemolken wordt en moeten de warme melk direct proeven. Met (grote) angst voor de smaak van gefermenteerde paardenmelk begint Eloy aan zijn slok. Het smaakt nog lekker ook en lijkt op romige koeienmelk. Vanuit diverse dorpen komt men hier de melk halen. Als we aan het avondeten beginnen zien we de hele familie langskomen. Met handen en voeten communiceren we en krijgen we ‘Kuurdak’ voorgeschoteld. Dat gerecht is één van de oudste gerechten in de Kirgizische keuken. Het wordt gemaakt van schapenvlees, vet/olie en ui. Als Eloy op de foto gaat met de vader van het gezin, zegt deze via Google Translate het volgende:
“Onze Kirgizische gewoonte is een Kalpak, het past gewoon bij je, je zal een goede knappe man worden. Je moet goede foto’s maken van goede dingen.“






De volgende dagen zullen we langs het Issyk Koelmeer (of Ysykköl, letterlijk ‘warm meer’) rijden. Er wordt veel aan de weg gewerkt en de grote stofwolken van het vrachtverkeer vliegen ons een aantal dagen om de oren. Het zoute meer is het tweede grootste bergmeer ter wereld en is maar liefst 180 km lang en 60 km breed. Bij het eerste aanzicht lijkt het dan ook alsof we langs de zee fietsen en als het helder is kun je de bergen aan de overkant zien.








We doen het wat rustiger aan en slapen op bijzondere plekken langs het meer. Eén keer in een yurt, die wordt opgewarmd op een vuurtje van gedroogde paardenmest. Een andere keer kamperen we op het strand van het meer. Hoe mooi het strand ook is, nog steeds blijft het spannend om uit het zicht te kamperen, maar wat een uitzichten! Om 19.30u is het al donker en koud en liggen we in de tent, zonder internet, alleen elkaar.






En dan ineens zijn we een half jaar (!) onderweg en hebben we 7000 km in de benen. Wat een bizar avontuur. Als we terugdenken aan elke ontmoeting, plaats en alles wat er gebeurd is, kunnen we ontzettend dankbaar zijn. Alleen de verschrikkelijk gore ‘toiletten’ (onderstaande foto op eigen risico…) kunnen we wel missen, maar zelfs die hebben we overleefd. In elke dag zit goud verstopt en we zijn gemotiveerd om verder te gaan.




We zijn op weg naar de kleine stad Karakol in het oosten van Kirgizië, op slechts 150 km van de Chinese grens. Dit is het laatste grotere stadje voor we de grens oversteken naar Kazachstan. Onderweg komen we een wereldfietser tegen, het blijkt de Nederlander Joris te zijn. Samen eten we worstjes voor lunch, met mayonaise! Anderhalf uur later willen we weer op pad en komen 5 minuten later een ander koppel op de fiets tegen. Ze komen uit Rusland en willen naar India fietsen. We wisselen wat snacks uit en dan scheiden onze wegen weer.


We nemen enkele rustdagen in Karakol en als we de tweede dag het gordijn openen heeft het voor het eerst in 2,5 maand geregend, maar in de bergen betekent dat natuurlijk sneeuw! Het dorpje heeft enkele oude houten huizen, een houten moskee, en een Russisch Orthodoxe kerk. Al deze gebouwen zijn gebouwd zonder het gebruik van spijkers. De moskee kan in minder dan een dag worden afgebroken. Indrukwekkend! Verder is er een bijzondere bazaar: een doolhof van zeecontainers. En een vleesmarkt waar de harten, levers, darmen, tongen en hoofden uitgestald liggen op tafels. Audrey vermaakt zich gezien veel anatomisch herkenbaar is. Eloy weigert in eerste instantie naar binnen te lopen, vanwege de stank.





Als we over straat lopen, spreekt een jong koppel ons aan. Ze zijn net verhuisd naar Karakol en zijn benieuwd waarom we hier zijn. Als ze ons verhaal horen zijn ze verrast. Het geloof in de goedheid van de mens is het belangrijkste wat er is volgens hen. Ze zijn samen met vrienden op weg naar heetwaterbronnen in de bergen en willen ons graag meenemen voor een ontspannen middag. Een beetje verward, maar verrast door de spontaniteit gaan we mee. We halen onze zwemkleding en ze halen ons op bij onze homestay. De thermale baden zijn een bijzondere ervaring. Van gloeiend heet tot ijskoud rivierwater. En nog steeds zijn we verbijsterd door de vriendelijkheid van mensen die we spontaan tegenkomen.


Als we na 4 rustdagen er weer op uit trekken, krijgt Audrey na enkele kilometers weer een lekke band. Of Audrey (4 lekke banden) rijdt gewoon roekeloos door alles wat er op de weg ligt of Eloy (1 lekke band) heeft gewoon geluk. Ondertussen plakken we als team de band en zijn we na een paar minuten weer op pad. Af en toe is het oppassen voor overstekende koeien. De weg naar de grens is voor een groot deel onverhard, omhoog en stoffig. Toch halen we de 80 km en zoeken we een beetje haastig een plekje om de tent op te zetten, want het wordt snel donker. Er rijdt hier zo goed als geen verkeer, want er wonen maar heel weinig mensen in dit onherbergzame gebied. Een minibusje rijdt langs en draait even later terug en rijdt dan weer langs en blijft iets verderop staan. Oké, nu zijn we een beetje zenuwachtig. Audrey checkt de telefoon, geen bereik, shit! Ze rijdt voorzichtig langs het busje en dan maakt één van hen een slaapteken en zegt dat we hem kunnen volgen. Achter een heuvel zien we 2 containers en een yurt staan. Ze beelden uit dat het te koud wordt vannacht en we kunnen in de container slapen. Tot onze verbijstering staan er bedden in. Er is een kachel, er zijn 2 kookpitten en zelfs de Wi-Fi (?!) wordt aangezet. Ze zullen morgenvroeg terug langskomen. Als we even later macaroni aan het maken zijn en de houtkachel aan de praat hebben gekregen, horen we een auto dichterbij komen. Omdat hier bijna niemand komt, en al helemaal niet als het donker is, lopen de rillingen over onze rug. Eloy gaat een kijkje nemen. De mannen zijn terug en wel met een grote elektrische kachel voor extra verwarming deze nacht! Beschaamd over onze enge gedachten, bedanken we hen uit de grond van ons hart en geven we hen een bijdrage voor de overnachting. We videobellen naar huis en genieten van onze laatste bijzondere nacht in Kirgizië.









De volgende ochtend gaan we verder richting de grens. Vandaag is het nog 30 km worstelen over gravel en keien. Het gaat moeizaam, zeker als er plots een harde ijskoude tegenwind uit het niets aan komt waaien en ons mentaal en fysiek afmat tot het einde van de dag. De kou prikt in ons gezicht en de grens is niet meer dan 2 hutjes aan de kant van de weg in the middle of nowhere! Dus niet even lekker opwarmen. Voordat we het door hebben, want we zijn vooral afgeleid door de kou, zijn we in Kazachstan! Vlak na de grens haalt een auto met Amerikanen ons in en het raampje gaat naar beneden. Eloy vertelt het bekende verhaal, terwijl Audrey verderop bang is voor onderkoeling en door wil. We worden uitgenodigd in Kuala Lumpur en krijgen 2 blikjes Red Bull mee. Tot onze verbazing stapt één van hen uit en draagt een short, terwijl wij in onze donsjassen eruitzien als opgeblazen Michelinmannetjes. Helaas geeft de Red Bull ons geen vleugels, maar we gaan wel wat sneller door de keien die plaatsmaken voor asfalt. Door de tegenwind gaan we slechts 7 km per uur. Eloy voorop, Audrey heeft het al opgegeven. In Kegen gaan we op zoek naar een hotel, als de wolken door de straten waaien. Het pand lijkt onbewoonbaar en verlaten, maar via de achterkant worden we op een deur gewezen. Als we bij een aantal kamers uitkomen, nemen we de trap naar boven. Er zit een dame telefoontjes te beantwoorden. Kennelijk is dit tevens een taxicentrale. We ploffen neer in onze kamer terwijl we op de achtergrond in het Nederlands horen: ‘Hallo… Is dit een hotel?’ We schateren van het lachen en denken ‘ja hoor, Nederlanders zijn echt overal, zelfs in dit gat in een oud Sovjet-hotel, welkom in Kazachstan!’






Nu we jullie hebben meegenomen in ons verhaal door dit prachtige en uitdagende land, snappen jullie misschien ook wat meer waarom dit letterlijk en figuurlijk één van de hoogtepunten tot nu toe was. Prachtige mensen, onherbergzame gebieden en een natuur waar je u tegen zegt.
Tot in Kazachstan!
Liefs, Audrey en Eloy


Comments (13)
Fantastisch om even zo met jullie mee te kunnen reizen. Dank voor het prachtige verhaal en dito foto’s!!
Geweldig mooie belevenissen iedere keer weer opnieuw. Let steeds goed op wat je eet, kvoedaelvergiftiging kan levensgevaarlijk zijn. Op naar de volgende blog. Genieten maar.
Dankjewel weer voor het delen van jullie fiets avonturen en ontmoetingen. Indrukwekkend en hartverwarmend.
Mooi verhaal. Blijft spannend. Veel succes , plezier en vooral geluk op jullie reis
Lieve Audrey en Eloy, uitgebreid heb ik zitten genieten van jullie prachtige reisverslag. We hebben er heel lang op moeten wachten. Het is prachtig, wat een indrukken en de prachtige foto’s. Gewoon adembenemend. Ben wel wat jaloers op jullie prachtige reis. De mensen zijn ook nu weer zeer behulpzaam en dat doet goed om te lezen. Iets om heel dankbaar voor te zijn. Blijf wel alert en let op met verkeerde dingen eten. Wees voorzichtig maar geniet bovenal. Het is jullie reisje en wij mogen op afstand meegenieten. Liefs en hele dikke knuffel mams xx
Fantastische foto’s, geweldige verhalen! Ik ben erg onder de indruk van jullie reislust en avontuur!
Dankjewel Miriam!
Beste Audrey en Eloy,
Prachtige foto’s en verhalen. Wat moet dat genieten zijn om zo je droom waar te maken. Met veel genoegen, verwondering en respect lees ik jullie blog en volg ik jullie op Instagram vanuit het comfort van thuis ( droog, warm en een kopje thee bij de hand). Ik pak telkens weer de landkaart ( nou ja Google maps) erbij om te zien waar jullie zijn. Fascinerend om zo op afstand mee te mogen genieten. Dat is een reisboek waardig. Mooi dat jullie ook de andere kant laten zien van lekke banden, spierpijn, vieze toiletten en koude neuzen.
Veel fiets plezier en reis geluk 🍀 Patricia
Prachtig verhaal met super veel hoogtepunten waar we het zeker nog over gaan hebben, maar gefermenteerde paardenmelk…….Eloy, gatver!
Wat een adembenemende foto’s en mooi reisverslag. Kijk weer uit naar jullie volgende reisverslag. Let aub goed op met het eten, maar de dokter is gelukkig mee. Nog veel veilige fietskilometers, lieve groetjes Lenie
Lieve Audrey, beste Eloy,
Ik ben onder de indruk van jullie reisverslag, wat maken jullie veel mee op jullie reis, echt indrukwekkend. Ik ben iedere keer weer verbaasd over jullie enorm goede voorbereiding. Jullie trotseren alle temperaturen van heel heet tot heel koud. Maar ook nu weer ben ik onder de indruk van de gastvrijheid van de mensen, de toevallige en daardoor bijzondere ontmoetingen op jullie reis. Zoals jullie laatste slaapplek in de container in zo’n onherbergzaam gebied, je zou er bang worden! We zijn vaak wantrouwend door alles wat we lezen en horen, maar als je dan dit weer meemaakt, dat mensen je nog een extra kacheltje komen brengen, besef je dat er gelukkig heeeel veeeel goede mensen zijn. Hartverwarmend!
Jullie verhaal lezend vraag ik me wel eens af of jullie nog wel kunnen aarden in onze geciviliseerde maatschappij.
Nog heel veel succes en plezier op jullie verdere reis. Alle goeds gewenst.
Een lieve groet, ook namens Mariëlle,
John
Wat een prachtig verhaal! Ik heb het weer met een grote glimlach gelezen, zoveel liefde van al die mensen, zoveel gastvrijheid, en die hoedjes voor Eloy haha! We zijn trots op jullie, en trots op jullie beenspieren, want die zien wel af zo in de bergen!
Geniet ervan! Veel liefs van ons
Dankjewel Miriam!