Estland: een beer in het bos…?!

Estland: een beer in het bos…?!

De grens tussen Letland en Estland is niet duidelijk gemarkeerd, dus zonder het volledig te beseffen staan we opeens in Estland. Het 23ste land! Met nog steeds net zo veel nieuwsgierigheid naar andere tradities, omgevingen en gewoontes, fietsen we het kleine grensdorpje na een paar kilometer alweer uit.

Waar gaan we slapen in Estland?

We merken al snel dat het buiten de dorpjes erg verlaten is. We zien wat vervallen huizen en hier en daar soms nog een teken van leven. Estland is met in totaal 1,2 miljoen inwoners en 27 inwoners per km2 (2020) een van de minst dichtbevolkte landen in Europa. We besluiten de eerste dag niet meer ver te fietsen, maar naar een plek te gaan bij een klein riviertje. Een officiële wildkampeerplek, beheerd door het Estlands Nationaal Bureau voor Bosbeheer: RMK. Het zijn plekken met vaak ook enkele voorzieningen, zoals een (droog) toilet, bankjes, vuurkorven en soms zelfs hout.

Aangekomen bij de kampeerplek krioelt het er van de muggen. Dat hadden we natuurlijk kunnen weten! We trekken vlug onze complete regenuitrusting aan, inclusief capuchon om het bloedzuigen te stoppen. Gelukkig hebben we het avondeten al op en kruipen we snel de muggentent in. Het gezoem van de duizenden muggen klinkt bijna als muziek in de oren.

Er zijn veel RMK plekken door het hele land en we worden verrast door de goede voorzieningen. De RMK heeft een eigen website en app waar je heel veel plekken kunt vinden. Meestal liggen de kampeerplekken langs rivieren en meren met de mogelijkheid om te zwemmen en sommige plekken zijn zelfs te vinden in de nationale parken.

Het kleine huis op de prairie

De volgende dag heeft Mihkel ons via het platform Couchsurfing laten weten dat we bij hem en zijn ouders welkom zijn om te overnachten. De afstand is wat verder dan we normaal fietsen, dus het wordt een lange dag, maar de weg is rustig en de natuur prachtig. De laatste kilometers rijden we over een weg die net is geasfalteerd en de steentjes blijven aan onze banden plakken. De teer is nog zacht en geurig en het is net alsof we over klittenband rijden, het tempo zakt zienderogen. Audrey ziet een paar schattige pony’s en besluit de teer even te verlaten. Eén pony blijkt echter een oogje op Eloy te hebben. Zodra hij terug naar zijn fiets wil lopen, komt de kleine onder het hek door de weg opgelopen, achter Eloy aan. Gelukkig krijgen we het beestje met nog twee andere voorbijgangers terug de wei in 🙂

Dan slaan we een zijweg in en gaan, via een landweggetje, dwars door de tuinen van mensen. Wij kijken de mensen die we tegenkomen waarschijnlijk net zo vreemd aan als zij ons. Eloy twijfelt of we wel goed zitten, maar Audrey is ervan overtuigd dat we deze onverharde weg moeten nemen tot we in de ‘middle of nowhere’ staan. De twijfel slaat nu ook bij haar toe, maar dan, tussen de weilanden in, zien we aan de rechterkant het houten huis van Mihkel en zijn ouders. We staan versteld van de schitterende tuin en de uitgestrekte onbewoonde omgeving. Op het erf staat zelfs een authentieke, meer dan 100 jaar oude, sauna die in ere is hersteld. Esten houden nogal van een sauna gecombineerd met een koud bad, net als hun buren in Finland. Het gerenoveerde huis was voorheen een dierenstal en is door de familie helemaal opgeknapt. Trots geeft Mihkel een rondleiding en worden we hartelijk ontvangen door zijn ouders, die zelf amper Engels spreken. Na het avondeten mogen we de houtgestookte sauna in. Mihkel geeft aan dat hij normaal eerst in de vijver zwemt en dan de sauna in gaat. Audrey’s voeten doen een poging het water in te gaan, maar ze blijken toch meer van geitenwollensokken te houden. De sauna is fantastisch en daarna rent Eloy zeer heldhaftig het water in…

Tartu: Culturele Hoofdstad van Europa 2024

De volgende dag bereidt Mihkel’s moeder een typisch ontbijt met roggepap en fruit uit de tuin. Als we willen vertrekken heeft Audrey een lekke band. Het gezin kijkt toe hoe we deze plakken en Mihkel besluit vervolgens om met ons mee te fietsen naar Tartu, 45 km verderop. Dat fietsen lijkt hem wel wat, dus wie weet gaat hij ooit ook langere fietstochten ondernemen. Tartu is met bijna 30.000 inwoners, na de hoofdstad Tallinn, de tweede stad van het land. Het is een universiteitsstad en in 2024 is het culturele hoofdstad van Europa en die naam verdient het zeker. Mihkel leidt ons rond. We gaan langs het centrum waar de rivier Emajogi dwars doorheen loopt en wandelen met de fiets door de botanische tuin. Ondertussen worden we door meerdere inwoners aangesproken, waaronder een man en dochter uit Iran. Ze herkennen het vlaggetje aan de fiets en willen graag weten hoe we Iran ervaren hebben. In het café van een plantencentrum spelen we nog wat reisspelletjes en dan vertrekt Mikhel weer terug naar huis.

Een gezellige buurt

Dan is het tijd om naar Indrek en Eleri te gaan. Ze wonen net buiten het centrum van Tartu en hebben drie heerlijke kinderen van 6, 4 en 2. Ze wonen in een traditioneel houten en felgekleurd huis, met nog veel andere gezinnen. Het huis is nog in de verbouwing, maar het is mooi weer en we zitten met z’n allen in de gemeenschapstuin waar veel buren met nog veel meer kinderen hun tijd samen doorbrengen. Het is een gezellige boel en ze laten ons de gemeenschappelijke moestuin zien. Het valt op dat veel mensen in Estland een moestuin hebben, iets wat we zelf missen nu we op reis zijn. We zetten de tent op in de tuin en slapen onder het schelle geroep van de meeuwen. Wie had dat hier in de stad kunnen denken? Oordopjes to the rescue!

Een andere bewoner van het huis is fotograaf Heikki Leis. Hij vraagt of hij, voordat we vertrekken, een foto van ons mag maken met zijn erg bijzondere en antiek ogende camera. Hij geeft aan dat hij de foto’s zal sturen, wanneer hij ze met de hand heeft ontwikkeld! Zie hieronder het resultaat.

Bijzondere, gewone mensen, elke dag, overal.

Pakistaanse dahl

We besluiten nog een dag langer in Tartu te blijven en die dag ontmoeten we de Pakistaanse Intasar. Hij vertelt dat hij naar Schotland vertrok om te studeren en ook financieel onafhankelijk te worden. Hij is net afgestudeerd in de chemie en wil graag reizen, leren en werken. Hij ondernam al verschillende wandelreizen naar o.a. Finland en is ontzettend positief. Hij kookt zijn specialiteit volgens het recept van zijn moeder: Pakistaanse dahl. Eigenlijk horen er normaal flink wat pepers in, maar hij denkt dat we dat niet overleven. We zullen het nooit weten 😉 En dan staat hij zijn bed af aan ons, en hij slaapt op de bank in de woonkamer. Zullen we het ooit in woorden uit kunnen leggen?

Aardbeien van de campingeigenaar

‘s Ochtends nemen we afscheid van Intasar. De hele dag is het bewolkt en moeten we af en toe schuilen voor een stortbui. In de middag voelen we harde windstoten en zien we vanuit de verte ontzettend snel een storm naderen. Omdat Estland vrij vlak en weinig bebouwd is, kun je over kilometerslange afstanden kijken. We besluiten de dag in te korten en op zoek te gaan naar de dichtstbijzijnde schuilplaats. Er blijkt één camping in de buurt te zijn en de volgende optie is pas over meer dan 20 kilometer. Als we bij de camping aankomen lijkt de boel erg verlaten. Na een tijdje komt er een poetsvrouw die ons de toiletten en douches wijst en daarna weg is. Daarna barst de storm los en zetten we onze tent onder het afdak bij de ingang.

De volgende ochtend komt de eigenaar tevoorschijn en hij brengt ons eerst een bakje koffie. Hij spreekt geen woord Engels, maar glimlacht en wanneer er aardbeien worden geleverd, aarzelt hij niet om een kommetje voor onze neus neer te zetten. Twee meisjes, familie van de eigenaar, zitten vlak naast ons. Ze spreken een paar woorden Engels en we horen ze oefenen en hun moed bij elkaar rapen om ‘Hello, what is your name?’ te zeggen. Hoe groot is hun plezier als we ook nog terug blijken te praten! Eloy geeft ze een fotokaartje en krijgt ook een bedankbriefje met heel groot ‘Hi!‘ en ‘I hope we will meet again’. Het is één en al gegiechel. De meiden zwaaien ons uit en we fietsen met een grote glimlach en een buik gevuld met aardbeien weg.

Na regen komt (uiteindelijk) zonneschijn

Onderweg is het een omkleedfeestje: continue regenpak aan en uit, zon en regen, wind tegen en zijwind (wind mee zou te mooi zijn). Als we in het volgende dorp zijn, begint opnieuw een zware storm. We schuilen bij de supermarkt, want we moeten toch nog inkopen doen. Terwijl Audrey naar binnen gaat, treft Eloy een man op z’n fiets. Hij is enthousiast en begint te vertellen over zijn eigen tochtjes. In Amerika leerde hij via de verkoop van boeken Engels en ontmoette hij veel mensen omdat hij vanachter zijn bureau wilde komen. Nu heeft hij ontdekt dat er dichtbij ook genoeg te ontdekken valt. En zo is het maar net.

Als we later verder fietsen, blijven de onweersbuien ons op de hielen zitten. Al fietsend komen we veel in contact met mensen, maar we zijn ook kwetsbaar voor invloeden van buitenaf. Niks is zo beangstigend als in een onweersbui tussen de open velden fietsen. Dus bij het eerstvolgende tankstation rennen we naar binnen. Uiteindelijk zitten we er een paar uur en zoeken we op de kaart naar een beschutte plek waar we de tent kunnen opzetten. Eloy ziet een huisje op de kaart, maar het blijkt een crematorium te zijn. Eh… toch maar niet! Dan zien we in het dorpje Siimusti een recreatieterrein aan een meertje. Op foto’s ervan zien we ook een tafel met een afdak, dus we besluiten op goed geluk erheen te fietsen tussen de buien door. Als we aankomen zien we een aantal jongeren via de kabelbaan de vijver in springen. Hoe koud moet dat wel niet zijn?! De damp komt zelfs van het water af. We zetten onze tent half onder de overkapping en vallen als een blok in slaap.

Is dat een beer?!

De volgende dag begint droog en met goede moed gaan we op pad. We zijn van plan vandaag in het bos te kamperen. Estland bestaat voor bijna 50% uit dichte bossen, welke worden beschermd door de autoriteiten. Ook zijn er meer dan 1.100 meren, wat voor zo’n klein land bizar veel is. Aangekomen in het bos maken we pasta in het pannetje en drinken oploscappuccino na. Terwijl we genieten, horen we ook een geluid in de bosjes. Wat was dat voor beest? Audrey leest dat Estland de grootste dichtheid aan bruine beren van Europa heeft en lacht zenuwachtig. Misschien toch maar voorzorgsmaatregelen nemen dan?! Eloy oppert dat dit een aangewezen wildkampeerplek is, dus dat het allemaal wel zal meevallen. Toch pakken we het eten, onze tandpasta en andere geurige dingen in, en hangen het op in het toilethuisje. We kruipen de tent in vallen (voor zover we weten) zonder beren in slaap.

“Zijn jullie nooit beroofd?”

We fietsen weer richting de bewoonde wereld door het mooie stadje Rakvere. Aan de rand staat een enorme burchtruïne uit de 13e eeuw die symbool staat voor de omgeving. Pal ervoor is een recreatiegebied met een modern amfitheater. We eten er broodjes in de zon en dalen dan af het centrum in. Na een paar dagen regen zijn we toe aan een lekker warme douche. Volgens een insider zou er een douche in het sportcentrum moeten zijn. Er is vandaag een sportevenement gaande en we kunnen er inderdaad om de beurt douchen. Fris en fruitig doet Audrey daarna boodschappen. Ze kan de weerleiding niet weerstaan en komt naar buiten met een halve kilo aan chocoladetaart… Nooit boodschappen doen als je honger hebt!

We besluiten verderop te gaan kijken bij een historisch landgoed. Per toeval blijkt het één van de meest bezochte oude landhuizen van Estland te zijn! Het barokke Sagadi landgoed gelegen in het Lahemaa natuurpark. Sommige delen van het gebouw zijn meer dan 500 jaar oud! In de rozentuin komen we 2 Duitse echtparen tegen, en één van de eerste vragen die ze stellen is: “Zijn jullie nooit beroofd?”. Nee, geven we resoluut aan, maar het verhaal gaat dieper dan dat en het blijft lastig om in woorden uit te leggen. Veel van onze angsten berusten op inbeelding. Als ze ons vervolgens uitnodigen om bij hen langs te komen als we over een paar maanden Duitsland bereiken, zijn we verrast en is er misschien toch een zaadje geplant.

Bij het Sagadi erfgoed is ook een hotel en het opgezette zwijn in de lobby kijkt ons met grote ogen aan, maar we gaan voor de budgetoptie en overnachten in één van de oudere gebouwen wat nu een hostel is. Zodra we de deur opendoen zien we mannen rondlopen in ochtendjas met een blikje bier. Waar zijn we nu weer beland?! Ze spreken Russisch en blijken in en uit de sauna te lopen. Maar Eloy is al snel afgeleid door een piano in de gemeenschappelijke ruimte en kan het niet laten, na zoveel maanden, zijn vingers over de toetsen te laten glijden. Met onze gasbrander op een tafel en de waterkoker maken we soep en pasta en hebben we de hele 4 persoonskamer de rest van de avond voor ons alleen.

Klokslag 12.00 uur checken we de volgende dag uit en vertrekken in lichte regen verder. Op de fiets hangt was te drogen, die misschien over een paar dagen droog zal zijn met dit weer 🙂 We zijn nu in het noorden van Estland aangekomen en fietsen langs de kust, maar door het bos, richting de hoofdstad Tallinn. We stoppen iets eerder omdat we een mooie plek langs het water zien en besluiten daar te kamperen. Het blijkt de Finse Golf tussen Estland en Finland te zijn! Op de fiets ben je zo bewust bezig met de omgeving, dat zo’n punten altijd als een soort kleine mijlpalen voelen.

Nadat Eloy z’n baard geschoren heeft, springen we weer op de fiets. We rijden langs het strand en zien een gigantisch scheepswrak voor de kust liggen. Heel bijzonder. En vervolgens merken we dat het weekend is want wat blijkt: complete families uit Tallinn zoeken het platteland en de kust op. Op het wildkampeerterrein Tsitre Telkimisara zien we meerdere mensen hun tentjes opzetten en op een kampvuur barbecueën. Er zijn veel plekjes en Eloy vindt een gezellig kampvuurplekje in de zon aan het strand. Beter wordt het niet en Audrey steekt het vuur aan. Ze wil nu die kilo bloem die ze al te lang meesleurt in haar tas wel eens kwijt en gaat een poging doen pitabroodjes te bakken. Zie hieronder het resultaat.

Swimming or dancing in the rain?

Nog nagenietend van de strandovernachting gaan we richting Tallinn. Ook vandaag is het letterlijk en figuurlijk zwemmen in ons regenpak, maar met een glimlach. We fietsen langs een bijzonder buitenzwembad in een groot meer en eten Estse koekjes, genaamd Rahvapräänik, in een bushalte. Terwijl we bij de bushalte zitten tijdens een regenbui, stopt een man met de auto om de weg naar het kerkhof te vragen. Als hij vervolgens doorheeft waar we mee bezig zijn en over het weer in Estland begint, begint hij met een brede glimlach en al dansend “dancing in the rain” te zingen! 🙂

Zwartbrood is een religie in Estland!

In Tallinn heet Monika ons welkom. Een trotse Estse vrouw die in een traditioneel houten huis woont dat ruim 100 jaar oud is. De isolatie dateert ook van die tijd met stro tussen de houten planken. Hoewel Monika er niet is geboren, woont ze al 25 jaar in Tallinn. Ze weet dan ook veel over de stad en leidt ons graag rond. Maar eerst laat ze ons uitrusten. We hebben dan ook de dag nadien een lazy morning waarbij Monika haar beroemde pannenkoeken bakt. ‘s Avonds koken wij en hebben we boeiende gesprekken, ze is zelf namelijk ook een fervent reiziger naast haar werk als freelance cateraar. Het gaat over van alles en nog wat en we lachen heel wat af. Maar Monika is bloedserieus over brood: er bestaat alleen zwartbrood! Zwartbrood oftewel roggebrood of ‘leib’ is brood, maar witbrood is wel wit, maar geen brood. Kunnen jullie het nog volgen? Het zwarte roggebrood is al meer dan 7000 jaar een hoofdbestanddeel van het Estse dieet en is een symbool geworden van het Estse eten.

Terug en vooruit in de tijd

De volgende dag gidst Monika ons door de stad. Tallinn heeft een van de best bewaarde middeleeuwse stadscentra van Europa met nog veel groen binnen de muren. Het oude gedeelte, uit de 13e eeuw, staat dan ook op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De stad ontwikkelde zich als een belangrijk centrum van de Hanze tussen de 13e en 16e eeuw en de weelderigheid van de gebouwen is uitzonderlijk goed bewaard gebleven. Nadat we onder de stadspoort doorlopen, gaan we terug in de tijd. We starten bij de St. Olaf’s Church waar we duizelig worden van de 258 draaitrappen omhoog. Maar wat hebben we een uitzicht over de stad! Het was ooit, van 1549 tot 1625, de hoogste kerk ter wereld. We lopen via het stadhuisplein door langs de stadsmuren en torens die helemaal rond gaan. De vestingwerken van Tallinn zijn een van de meest intacte en gevierde voorbeelden van middeleeuwse verdedigingssystemen in Europa. Vervolgens heeft Monika een verassing in petto. We mogen namelijk een exclusief kijkje nemen in een oud cultureel gebouw genaamd ‘Mustpeade Maja – House of Black Heads’, omdat ze er wel eens de catering heeft verzorgd. Er worden namelijk veel concerten en andere culturele evenementen gehouden en het ziet er imposant uit. En het doet Audrey even terugdenken aan de universiteitshal van de Universiteit in Leuven.

Voor een pauze stoppen we bij de oudste bar van de stad, genaamd ‘Hell Hunt’. Monika bestelt en we eten dan ook typisch Estse delicatessen: varkensoren (ja, echt), tong (nee wacht, echt?!) en natuurlijk roggebrood ingewreven met knoflook.

Nadien volgt het tweede deel van de toer. In de haven lopen we over de oude en vervallen ‘Linnahall’. Het is één van de weinige Sovjet-gebouwen die nog ‘overeind’ staan in Tallinn. Het werd opgeleverd in 1980 en had een dubbele functie. Enerzijds vond het roeionderdeel van de Olympische spelen in Moskou hier plaats. Anderzijds deed het dienst als fortificatie in geval dat de kust werd aangevallen. Het gebouw heeft de status van een monument, maar sloot in 2009 haar duren en is sindsdien in verval geraakt. Tallinn loopt echter ook vooruit op de tijd. We bezoeken een oude fabriek die nu is omgetoverd tot een congres en educatief centrum. En in het drukke en levendige centrum van Tallinn, is het bijzonder om te zien hoe oud en nieuw in deze stad tot hun recht komen. Voormalige fabriekstorens torenen boven nieuwbouwwoningen uit. Ook wat betreft technologische ontwikkeling betreft is Estland vooruitstrevend. Zo kunnen Esten al sinds 2005 (!) via het internet stemmen bij de verkiezingen, van waar ook ter wereld. En in 2018 introduceerde Estland ‘s werelds eerste speciale visum voor digitale nomaden. Ook zijn we meermaals getuige van een bijzondere Estse uitvinding: zelfrijdende én overstekende kleine wagentjes die overal pakketjes en eten te bezorgen. De meest vooruitstrevende digitale samenleving ter wereld: E-stonia (of E-stland).

De oversteek

We nemen afscheid van Monika en een onbekende voorbijganger besluit nog even op de foto erbij te komen staan. Terwijl de vuilnisman vanuit zijn vrachtwagen een duim opsteekt en vriendelijk wacht, maakt Audrey de foto vanaf de andere kant van de straat. Dan fietsen we door de stad richting de veerboot. Het is even zoeken naar de juiste ingang maar we zijn ruim op tijd. Tijdens het wachten wisselen we ervaringen uit met een Vlaamse fietser en dan mogen we het gigantische cruiseschip in. Met maar liefst 12 verdiepingen voelt het schip overweldigend aan. Het duurt bijna een uur voordat alle auto’s binnen zijn gereden en over 2 verdiepingen zijn verdeeld. Onze fietsen mogen erlangs en binden we met touwen vast. Op de ferry is er teveel om op te noemen: een casino, proseccobar, supermarkt, podium met livemuziek, sauna en ga zo maar door. Wij zoeken een stoel en kijken 2 uur uit het raam om tot de conclusie te komen dat we een ongelofelijk mooie en leerzame tijd hebben gehad in Estland.

Statistieken

Comments (8)

  • Piet Broersma 30 januari 2024 at 21:31 Reply

    Mooi die Estse wereld. Even los van de natuur, ik ben ook erg benieuwd naar Tallinn.
    Overigens hebben jullie al heel wat landen bereisd en erover geschreven. Heel leuk ook om weer inspiratie op te doen.

  • Carola Hensels 31 januari 2024 at 01:29 Reply

    Weer een prachtig reisverslag van Estland. Geeft goede indruk. Mooie foto’s en weer die enorme gastvrijheid van de mensen. Het weer iets minder. Blijft indrukwekkend.

  • Yvonne Huppertz 31 januari 2024 at 14:48 Reply

    Mooi geschreven. Leuke herinneringen

  • Salden M. 31 januari 2024 at 16:39 Reply

    Geweldig om over jullie tocht door Estland te kunnen lezen.
    In 2003 ben ik met mijn man naar Santiago de Compostela gefietst vanuit Zuid-Limburg en bewaar dar mooie herinneringen aan.
    Ik ben benieuwd naar jullie avonturen in Finland, ik heb sinds kort kennis gemaakt met dit land omdat mijn zoon er woont.

    • Eloy Hoofs 31 januari 2024 at 19:06 Reply

      Wat leuk om te horen. Santiago is natuurlijk een heel andere tocht, maar zeker ook bijzonder!

  • norbert 3 februari 2024 at 22:12 Reply

    Heb jullie blog met steeds meer interesse gelezen.
    Mooi hoor en is een prachtige ervaring.
    Ik vertel nog regelmatig over mijn “tochtje” sittard, aken, luxemburg, metz, nancy, neufchateau, namen, maastricht, sittard.
    Jullie komen nooit meer uit verteld.
    Mooi
    Norbert

    • Eloy Hoofs 4 februari 2024 at 12:13 Reply

      Die omgeving is natuurlijk ook heel mooi! Belangrijkste is om te genieten en te ervaren. Binnenkort maar weer eens een rondje Limburg fietsen denk ik 🙂

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.